door Elisabeth van Blankenstein

juni 03 01

Rond vier uur ’s middags op vrijdag 11 oktober1811 liet Henry Swann, staande op de zuidoever van de Theems, een groot granieten blok in de rivier zakken op de plek waar een nieuwe brug, de Strand Bridge, zou komen. Het was het eerste van vele blokken waaruit de brug zou worden opgetrokken. Swann was parlementariër en voorzitter van de in 1809 opgerichte Strand Bridge Company, een groep van speculanten die tussen de bruggen bij Westminster en Blackfriars een tolbrug over de Theems wilden bouwen. Hun doel was de opbrengst van de tolgelden na aftrek van de kosten aan de aandeelhouders uit te keren. juni 03 02
Terwijl in de daarop volgende jaren ijverig aan de brug werd gewerkt, vond op 18 juni 1815 de slag bij Waterloo plaats. Daarbij werden Napoleon en zijn manschappen door een combinatie van Britse, Duitse en Nederlandse legers definitief verslagen. De zege van de geallieerde troepenmacht onder aanvoering van Arthur Wellesley, hertog van Wellington, markeerde het einde van de Franse overheersing van Europa en maakte de weg vrij voor meer Britse dominantie op het wereldtoneel.
Als herinnering aan deze voor de Britten zo gedenkwaardige veldslag vroeg de Strand Bridge Company in 1816 toestemming om de naam van de in aanbouw zijnde Strand Bridge in Waterloo Bridge te mogen veranderen. Nog datzelfde jaar ging het parlement akkoord met dit verzoek.

juni 03 03Constructie en openstelling van Waterloo Bridge

De brug lag in een brede bocht in de Theems en bood een feeëriek uitzicht op de House of Parlement en de barokke koepel van St. Paul’s Cathedral aan de noordzijde. Inclusief de landhoofden was de oeververbinding bijna 750 meter lang. De constructie bestond uit negen bogen die van elkaar werden gescheiden door dubbele Grieks-Dorische stenen zuilen. De brug was een ontwerp van John Rennie, die later ook de nieuwe London Bridge zou ontwerpen. Rennie, een Schot van geboorte, was een vooraanstaand civiel ingenieur in de eerste twee decennia van de negentiende eeuw. De werkzaamheden werden uitgevoerd door het aannemersbedrijf van William Jolie en Edward Banks.
Op 18 juni 1817, precies twee jaar na de overwinning bij Waterloo, werd de brug officieel door de Prins-Regent (de latere koning George IV) geopend. De ceremonie ging gepaard met veel pracht en praal. Massa’s belangstellenden bevolkten de oevers van de Theems en de rivier lag vol met boten. Uit eerbetoon aan de naties die in 1815 met de Britten hadden meegevochten wapperden op de brug naast de Britse vlag ook hun vlaggen, inclusief die van de Prins van Oranje. Over de lengte van de brug stonden veteranen van de Slag bij Waterloo opgesteld. De dag vóór de opening was een groot kanon afkomstig van het slagveld bij Waterloo samen met verschillende artilleriestukken op de brug geplaatst. Deze zouden de volgende middag exact 202 saluutschoten afvuren. Dit was het aantal van de op de vijand bij Waterloo veroverde stukken geschut.
In de loop van de middag op 18 juni stapte de Prins-Regent aan boord van zijn staatsieboot op weg naar de door hem te openen brug. Hij werd vergezeld door hoge ambtsdragers, onder wie de Hertog van Wellington. Het vuren van de kanonnen begon op het moment dat de staatsieboot gevolgd door de sloep van de burgemeester van Londen onder de middelste boog doorvoer. Hierna meerde het gezelschap aan bij het zuidelijke landhoofd. Nadat iedereen was uitgestapt en de stenen trappen naar de brug had beklommen, wandelde hij in het gezelschap van de Hertog van Wellington langs de op de brug opgestelde veteranen naar de Strand. Van daaruit keerde hij weer per boot terug naar Whitehall. Het duurde echter nog tot zeven uur ’s avonds voordat het publiek de brug mocht betreden. Totdat de brug in 1878 in overheidshanden kwam en niet langer door de Stand Bridge Company werd geëxploiteerd, werd er tol geheven. Helaas liep de exploitatie van Waterloo Bridge uit op een financieel fiasco omdat passanten ervoor kozen om via de openbare bruggen bij Westminster en Blackfriars de Theems over te steken. Het opheffen van de tol vond plaats tijdens een korte ceremonie op 5 oktober 1878 in aanwezigheid van de prins van Wales (de latere koning Edward VII) en zijn gemalin. Een lange rij mensen stond toen al te wachten om als eersten gratis over te mogen steken.
Vanaf het allereerste begin sprak de brug tot de verbeelding van kunstenaars. Toen de brug nog in aanbouw was raakte de Italiaanse beeldhouwer Antonio Casanova tijdens een bezoek aan Londen in 1815 zo onder de indruk van het op te richten bouwwerk dat hij de brug the nobelst bridge in the world, and worth a visit from the remotest corners of the earth noemde.

John Constable (1776-1837)juni 03 04

Een van de bekendste afbeeldingen van Waterloo Bridge is het schilderij dat John Constable maakte van de festiviteiten op 18 juni 1817. Het schilderij is ook zijn grootste. De schilder was zelf aanwezig bij de opening en maakte schetsen van wat hij er had gezien. Aanvankelijk wilde hij een groot schilderij van het tafereel klaar hebben vóór de opening van de Royal Academy in 1820. Het kwam er echter niet van en pas in 1829 begon hij opnieuw. Dit keer voltooide hij zijn schilderij op tijd en in 1832 werd het bij de Royal Academy tentoongesteld. Zijn schilderij benadrukt de luister waarmee de opening van de Waterloo Bridge gepaard ging. Het toont de inscheping van de Prins-Regent bij de trappen van Whitehall. De sloep van de burgemeester van Londen ligt rechts op de voorgrond. Het opbollende rode vaandel achter op de sloep lijkt omhoog te wijzen naar de fletse lijn die de brug voorstelt. De witte wolk midden op de brug is de rook van de speciaal voor de gelegenheid afgevuurde kanonnen.

Claude Monet (1840-1926)

juni 03 05 juni 03 06

Een andere bekende kunstschilder die de brug op het doek vastlegde was Claude Monet, de grondlegger van het Franse impressionisme. In 1889, 1900 en 1901 verbleef hij in Londen. Vanuit het balkon van zijn kamer in het Savoy Hotel had hij uitzicht op de Theems richting Waterloo Bridge. Gedurende zijn verblijf in Londen maakte hij een uitgebreide serie schilderijen van de brug met zijn negen bogen. De meeste getuigen van het mistige en grauwe weer dat zo kenmerkend is voor Londen. Voor zijn kleuren gebruikte Monet vaak blauwe tinten.
In 2012 maakten twee van Monets schilderijen van Londense bruggen deel uit van een tijdelijke expositie in de Kunsthal in Rotterdam. In de nacht van 15 op 16 oktober werden zeven schilderijen gestolen, waaronder twee van Monet uit zijn Londense tijd, namelijk Waterloo Bridge en Charing Cross Bridge, beide uit 1901.

André Derain (1880-1954)juni 03 07

André Derain, evneens een Fransman, schilderde Waterloo Bridge in opdracht van de bekende Franse kunsthandelaar Ambroise Vollard. Derein was een van de grondleggers van het Fauvisme en hij schilderde dan ook in felle, ongemengde kleuren. Dit geldt ook voor zijn schilderij van Waterloo Bridge. Rechts in de achtergrond ziet men in licht blauw de Houses of Parliament; links in een hardere kleur blauw de schoorstenen van fabrieken op de zuidoever. Derain schilderde de brug gezien vanaf Victoria Embankment, een kade op de noordoever van de Theems. De horizontale lijn van de brug - uitgebeeld in hard blauw - dient als de horizon. Door het gebruik van puntjes en streepjes in ongemengde kleuren lijkt het kunstwerk uit 1906 wel een mozaiek.

Springplank voor wanhopigen en een enkele waaghals

In de loop van de jaren veertig van de negentiende eeuw kreeg Waterloo Bridge een wat dubieuze naam door het grote aantal wanhopige mensen dat van de brug sprong om een einde aan zijn of haar leven te maken. De brug stond dan ook bekend als Lovers Leap, Arch of Sucide, Bridge of Sighs of Bridge of Sorrow.
Een andere tragedie die verbonden is aan de brug was die van Samuel Gilbert Scott. Hij was een uit de Verenigde Staten afkomstige waaghals die in 1837 naar Engeland was gekomen om er zijn spring-en duikkunsten te tonen Vaak hing hij met zijn voeten of nek in een lus voordat hij de duik of sprong waagde. Op 11 januari 1841 had Scott zich voorgenomen tussen 13.00 en 14.00 uur van de White Lion Pub in Drury Lane naar Waterloo Bridge te rennen, daar vanaf een stellage in de rivier te duiken om vervolgens weer in sneltreinvaart terug te keren naar de pub. Toen hij bij de stellage aankwam stak hij zijn nek in de lus, verklarende dat hij in de lucht wilde dansen voordat hij dook. Pas nadat hij enkele minuten stil was blijven hangen, realiseerde het publiek dat er iets mis was. Toen Scott uiteindelijk uit de lus was bevrijd, bleek hij te zijn overleden.juni 03 08

Vervanging van de oude Waterloo Bridge en de Battle of the Bridges

Vanaf de jaren tachtig van de negentiende eeuw vertoonden de pijlers ernstige tekenen van slijtage. In de jaren twintig van de twintigste eeuw, toen ook het gemotoriseerde verkeer op gang kwam, werden de problemen zo groot dat besloten werd de brug af te breken en een nieuwe te bouwen. Men begon alvast een tijdelijke brug stroomafwaarts vlak naast de bestaande te bouwen. De stalen overspanningen werden op de oude brug in elkaar gezet en ‘s nachts door een hijskraan op hun plaats getild. De hoofdoverspanning van de tijdelijke brug was net zo lang als twee overspanningen in de bestaande brug. Van mei tot juni 1925 was de brug voor alle verkeer gesloten zodat de lange hoofdoverspanning ongestoord kon worden gemonteerd en met behulp van een hijskraan worden geplaatst. In augustus onderging de tijdelijke brug zijn beproeving toen dertig bussen met elk met zes ton zand in zakken - gelijk aan een volle bus passagiers - op de brug werden geplaatst. Op 12 augustus 1925 werd de tijdelijke brug voor het verkeer in zuidwaardse richting opengesteld. Het verkeer naar het noorden bleef de oude gebruiken.
Aan het definitieve besluit de oude brug de slopen en door een nieuwe te vervangen ging de zogenoemde Battle of the Bridges vooraf. Sommigen wilden de oude brug reconstureren en verbreden; anderen wilden hem vervangen door iets geheel nieuws. Voor- en tegenstanders richtten talloze brieven aan The Times om hun standpunt uit een te zetten. Ook George Bernard Shaw (1856-1950) deed een duit in het zakje. In een brief aan The Times van 3 mei 1928 omschreef de Ierse toneelschrijver en theatercriticus de brug als a causeway with holes in it, blocking the view of the river hopelessly... All that is needed for Waterloo Bridge is sufficiency of dynamite... De hoogoplopende discussie maakte duidelijk hoe verdeeld men was. Nadat in 1934 de Labour Party aan de macht kwam in London County Council (LCC) nam de nieuwe LCC-leider Herbert Morrison prompt het besluit de oude brug van Rennie te laten slopen. De klus werd voor £331,000 uitbesteed aan het Schotse bedrijf Sir William Arrol & Co. Dat al tien jaar eerder de tijdelijke brug had gebouwd en geplaatst. De sloopwerkzaamheden begonnen op 20 juni 1934 en duurden drie jaar. Het was een gecompliceerde klus en vooral het verwijderen van de bogen vergde de nodige aandacht. juni 03 09
Inspelend op het sentiment van degenen die de oude brug hadden willen behouden, werden delen van de gesloopte brug te koop aangeboden. De 1300 granieten balusters gingen van de hand voor £1 per stuk. Een aantal vond hun weg naar het Museum of London. Andere restanten verdwenen naar landen in het Gemenebest. Zo gingen de lantaarnhouders (sinds 1897 was de brug elektrisch verlicht geweest) naar Rhodesia en werden vier stenen naar Australia verscheept voor hergebruik in een nieuwe brug. Een granieten blok van tweeeneenhalve ton reisde af naar New Zeeland om in het nieuwe parlementsgebouw in Wellington te worden geïncorporeerd. In 1936 opperde iemand het idee een deel van de gesloopte brug te gebruiken voor een gedenkteken voor John Rennie, de Schotse ingenieur en brugontwerper. Er waren echter geen geschikte stenen meer voorhanden, maar iemand die twee balusters had gekocht schonk er één ten behoeve van een momunment voor Rennie. De baluster maakt inderdaad deel uit van het gedenkteken in East Linton, de plaats in Schotland waar Rennie oorspronkelijk vandaan kwam.

Zwanenzang van de oude Waterloo Bridge

Ook in zijn nadagen bleef de oude Waterloo Bridge kunstenaars inspireren. Zo maakte de Tjechisch schilder en kunstenaar Oskar Kokoschka (1886-1980) tijdens een bezoek aan Londen een schilderij van de brug. Het werk maakt deel uit van zijn lange serie van stadsgezichten. Tussen 10 maart en 28 april 1926 legde hij vanaf de achtste verdieping van Hotel Savoy zijn impressie van de brug op het doek vast.
Stroomafwaarts ziet men de bogen van de stalen noodbrug die een jaar eerder naast de bestaande brug was geplaatst.

juni 03 10Tweede Waterloo Bridge en de verplaatsing van tijdelijke brug naar Nederland

Op 4 mei 1937 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe Waterloo Bridge. De brug werd gedeeltelijk opengesteld in 1942 en voltooid in 1945 en is de enige brug die als gevolg van Duitse bomabrdementen schade opliep. Omdat de meeste mannen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog aan het front waren, werd vooral gebruik gemaakt van vrouwelijke arbeidskrachten. Daarom wordt de brug ook wel de Ladies Bridge genoemd.
De nieuwe Waterloo Bridge is van gewapend beton en portlandsteen, heeft vijf overspnningen en een aanzienlijk breder rijdek en voetpaden dan de oude. De brug werd gebouwd naar een ontwerp van George Gilbert Scott in samenwerking met ingenieurs Ernest Buckton en John Cueral van Rendel Palmer & Triton. Ook deze brug is door verschillende schiders op het doek vastgelegd. Zo schilderde Kokoschka in 1959 zijn View of the Thames. Op de voorgrond komt de nieuwe Waterloo Bridgeduidelijk in beeld.
Na de oorlog wisten de Nederlandse autoriteiten in Londen de hand te leggen op de zeven overspanningen van de tijdelijke brug die tot 1943 over de Theems had gelegen. Nadat de Britten de overspanningen hadden versmald en geschikt gemaakt voor treinverkeer, werden die vanuit Engeland naar Nederland gebracht. De hoofdoverspanning kwam in de spoorbrug over de Oude Maas bij Dordrecht te liggen. Van de resterende overspanningen gingen er twee naar de spoorbrug over de Rijn bij Arnhem, één naar de Moerdijkbrug, één naar de spoorbrug over de IJssel bij Hattemerbroek, één naar de spoorbrug over de Maas bij Venlo en één naar de eveneens over de Maas gelegen spoorverbinding bij Roermond

juni 03 11 juni 03 12

Paraplumoord op de nieuwe Waterloo Bridge

Georgi Markov was een Bulgaarse dissident die werkte voor de BBC en op weg naar zijn werk werd vermoord door agenten van de Bulgaarse geheime politie, geassisteerd door de Russische KBG. Op 7 september 1978 was Markov op weg naar een bushalte op Waterloo Bridge toen hij opeens in zijn been werd gestoken door een man met een paraplu. De man bood zijn excuses aan en verdween haastig. Naderhand vertelde Markov dat de man een buitenlands accent had. Hoe dan ook, Markov kreeg hoge koorts, leed helse pijen en overleed drie dagen later. Na zijn dood vonden artsen een klein balletje in zijn onderbeen. Onderzoek wees uit dat deze kogel resten van een zeer giftige stof bevatte.

juni 03 13

Bronnen

www.secret-london.co.uk/Thames_Bridges.html
http://thames.me.uk/s00110.htm
http://en.wikipedia.org/wiki/Waterloo_Bridge
www.skydive.ru/en/londons-bridges/349-waterloo-bridge-part-three.html
www.skydive.ru/en/londons-bridges/349-waterloo-bridge-part-four.html
www.skydive.ru/en/londons-bridges/349-waterloo-bridge-part-five.html
B. Cookson, ‘Waterloo Bridge’, in: London Historians (London 2011)
Londons Bridges (A Colourmaster Publication)
R. en J. Mindell, Bridges over the Thames (Poole 1985)

juni 03 14 juni 03 15

Herkomst Illustraties

http://commons.wikimedia.org
http://jakeludolp.wordpress.com
http://thames.me.uk
http://25.media.tumble.com
http://lucas.roode.net
www.bbc.org.uk/paintings
www.artmeteo.com

Download hier het artikel in pdf-formaat logo pdf