door drs. M.M. Bakker
De brug
Over de Delfhavensche Schie te Rotterdam bouwde men in 1911 een overbrugging voor vier sporen, de DHS-brug. De door F. Kloos en Zonen’s Werkplaatsen uit Kinderdijk vervaardigde brug diende de spoorlijn Den Haag-Rotterdam. Eerder lag op deze plaats een kraanbrug en een draaibrug. Een nieuwe draaibrug op deze plek zou hetzij te breed worden (indien viersporig) hetzij te ver van elkaar komen te liggen (indien twee dubbelsporige). Het beweegbare gedeelte moest een doorvaarthoogte van minstens vier meter krijgen. Het werd een rolbasculebrug met bovengelegen kwadranten. De middelste van de drie doorvaartopeningen kreeg vier enkelsporige dergelijke bruggen. Men koos voor dit quadrupel omdat de spoorbaan onder een hoek van 61 graden met de Schie lag. Door voor vier rolbascules te kiezen, voor elk spoor één, kon men al verspringend de scheefheid van de kruising opvangen. Een deel van de vaste brug werd ingericht voor de achteruitrollende basculebruggen. Het roleinde van de basculebrug, zo bepalend voor het afgebeelde schilderij, bestaat uit kwadranten, als vakwerken uitgevoerd. In de kwadranten werd de gietijzeren ballast geplaatst, zo ook in ballastkisten. Vanaf een boven de vaste brug gebouwd wachthuis bediende men de vier beweegbare bruggen. Dit geschiedde uitsluitend gelijktijdig. De buitenzijden van de kwadranten bestonden uit verticale platen met gebogen U-ijzers. De flenzen van deze ijzers kregen smeedijzeren rolranden. De gietstalen rolbanen hadden pennen die in gaten van de rolrand vielen. Tot 1993. In dat jaar verving men namelijk de rolbasculebruggen door ophaalbruggen. In datzelfde jaar ontstond er een schilderij. De brug werd in 1994 gesloopt.
Het schilderij
De op het monumentale schilderij van Maaike Vonk afgebeelde vrouw is Jeanne van der Horst. Ook zij is beeldend kunstenaar. Monumentale industriële constructies en civiele kunstwerken zijn, nog steeds, een grote inspiratiebron voor haar autonome werk. Een fotocollage van haar hand met de eerder genoemde DHS-brug als onderwerp werd in 1991 aangekocht door Moret, Ernst & Young te Dordrecht. Deze collage vormde voor Maaike Vonk weer een inspiratiebron om haar met bordercollie Walker tegen het kwadrant van de rolbascule te portretteren. Maaike schilderde Flop – de bijnaam van Jeanne van der Horst – in 1993. Voor de achtergrond gebruikte Maaike een foto uit de serie opnames die Jeanne van de brug gemaakt had. Eerst draaide zij de foto om, het kwadrant staat daarmee ‘op zijn kop’. Er ontstond zodoende een nieuw beeld. Beide kunstenaars toverden in verschillende media met staal.
Maaike Vonk zocht destijds naar een vorm van portretkunst waarbij de achtergrond van de geportretteerde iets wezenlijks zou zeggen over de afgebeelde persoon en wel op zo’n manier, dat je de achtergrond door kon denken, als iets wat zich ver uitstrekt buiten het kader van het doek. Bewust zitten er dan ook geen lijsten rond de in deze periode tot stand gekomen schilderijen.
De kunstenaar
Maaike Vonk (Delft, 1956) volgde haar studie aan de kunstacademie St. Joost te Breda en werkt vanaf 1986 als professioneel kunstenaar. Maaike: “Toen ik aan dit schilderij begon, hield ik mijn hart vast, maar toen ik het uiteindelijk na maanden tot een goed einde bracht, dacht ik, nu hoef ik voor niks meer bang te zijn, schilderkundig. Natuurlijk binnen mijn eigen kunnen en grenzen!” Zij vindt het ambachtelijke aspect van haar werk erg belangrijk. De technieken die ze gebruikt zijn nog steeds in ontwikkeling. Maaike: “Ik baseer mij hiervoor op de bijbel voor schilders, de Doerner. Daarin worden allerlei toepassingen van materialen besproken, onder andere aan de hand van wat men weet over de technieken van oude meesters. Ik volg veelal de werkwijze, voor zover mogelijk met hedendaagse schildersmiddelen, van de schilders uit de vroege renaissance.” Dit betekent dat haar schilderijen niet direct tot stand komen, maar in lagen worden opgebouwd. Iedere laag verf moet drogen, alvorens er een nieuwe laag over aangebracht kan worden. Iedere laag blijft zichtbaar in de daarop volgende. Afhankelijk van het gewenste resultaat, kan dit wel oplopen tot vijf lagen. Die lagen zijn zeer glad en dun: penseelstreken zijn behalve in een enkel detail, bijvoorbeeld in de haren, niet zichtbaar. De onderschildering blijft tot in het eindresultaat doorschemeren in de schaduwpartijen.
Het imposante schilderij van de DHS-brug met Flop en Walker is geschilderd in olieverf op een groot doek, geprepareerd en van de beste kwaliteit. Voor grote formaten als deze gebruikt zij iets grover linnen, de structuur blijft dan zichtbaar door de schildering heen. Dit in tegenstelling tot het werken met eitempera als onderschildering op paneel, waar overheen lagen in olieverf, een techniek die Maaike voor kleinere formaten toepast.
Maaike Vonk heeft een groot oeuvre aan portretten opgebouwd. “Wat men zich vaak niet realiseert, is dat het laten maken van een portret een heel persoonlijk project is. Over het algemeen gaat er enige tijd overheen, voor ik werkelijk aan schilderen toekom: eerst moet er een goed plan voor de voorstelling zijn. Daar is veel overleg met de betrokkene(n) voor nodig. Maaike: “Wat mij treft is vooral ook de aandacht voor het persoonlijke. Daar bevindt zich het interessantste onderwerp om te schilderen, hoe mensen de boel proberen te structureren, ten dienste van wat dan ook. Als portretschilder, ik ben dat niet voor niks geworden, gaat daar mijn belangstelling naar uit. Soms brengen contacten mij buiten mijn eigen wereld. Zo was daar destijds de invloed van Flop met wie ik bevriend raakte, die het zocht in de schoonheid die zij zag in vroeg-industriële objecten, iets wat ik met haar deel, maar waar ik uit mijzelf zo gauw niks mee had durven doen!
In 1988 kreeg Maaike Vonk, samen met andere bekroonde kunstenaars, uit handen van Koningin Beatrix in het Koninklijk Paleis op de Dam de zogeheten Jaarlijkse subsidie Vrije Schilderkunst uitgereikt. Men eerde haar uitgesproken figuratieve taferelen, waarin men verwantschappen zag met het werk van Pyke Koch en Dick Ket. Het magisch-realistische of surreële zou vaker terugkeren in haar werk.
Voor het eerst in de rubriek Bruggen in de Kunst is het besproken schilderij te koop.
Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de kunstenares: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Haar website: www.maaike-vonk.nl
Literatuur
J. Oosterhoff, B.H. Coelman, W.A. de Wagt, Bruggen in Nederland 1800-1940, deel III, Utrecht 1999,
pagina 103-104.