Geri van Ittersum
De gietijzeren Dirck Crabethbrug over de Gouwe in Gouda dateert uit 1867 en viert dit jaar zijn 150-jarig bestaan. Dat er al veel eerder een brug op dezelfde plek over de Gouwe lag, blijkt uit historische kaarten. De Crabethbrug is in de loop van zijn bestaan een aantal malen veranderd van vast naar beweegbaar en is tegenwoordig een draaibrug. Sinds 1980 is de brug een rijksmonument. Gouda kent een rijke scheepvaarthistorie. Wie daar in duikt, riskeert erin te verdrinken. Wist u bijvoorbeeld dat de sluis in de Gouwe tot begin vorige eeuw de langste in de wereld was? De geschiedenis van de Crabethbrug weerspiegelt de bloei, de ondergang en gehoopte wederopleving van de scheepvaart in de binnenstad van Gouda.
GEKOSTUMEERDE VAART
Gouda ontstond in de 12e eeuw aan de monding van de Gouwe in de Hollandsche IJssel. De Gouwe was toen een onbetekenend veenriviertje, maar dat veranderde toen in de daarop volgende eeuw kanalen werden aangelegd tussen de Gouwe en de Oude Rijn en tussen de Oude Rijn en de Haarlemmermeer. Zo ontstond een binnenlandse scheepvaartverbinding tussen Vlaanderen en de Zuiderzee. Gouda kwam daardoor op een zeer strategische plaats te liggen en profiteerde daar ten volle van. Zeker toen de route via de Gouwe naar Haarlem de status kreeg van 'gekostumeerde vaart'. Dat heeft niets met het dragen van kostuums te maken, maar het betekent zoiets als de enige toegestane vaarweg waarvan schippers gebruik mochten maken. De doorvaart door Gouda nam nogal wat tijd in beslag vanwege alle bruggen en sluizen. Wachttijden konden wel oplopen tot drie dagen. Schippers hadden dus veel tijd om hun geld uit te geven. Daardoor ontstond veel bedrijvigheid in de stad. Gouda maakte dan ook weinig haast om de situatie te verbeteren.
GOUDA BIERSTAD
Ook de industrie kwam op. U denkt bij Gouda misschien aan kaas, maar in de late middeleeuwen stond Gouda vooral bekend als bierstad. Eind 15e eeuw waren er wel 200 bierbrouwers in de stad. Het scheepvaartverkeer op de Gouwe groeide tot zo’n 15.000 à 20.000 schepen per jaar in de 17e eeuw. Naast bier werd ook veel turf en hout per schip vervoerd. Gouda wist zijn bevoorrechte positie met succes te handhaven. Pas in 1795 werd de verplichte vaart door Gouda afgeschaft.
VASTE BRUGGEN
De zeventiende-eeuwse kaart van Blaeu laat zien dat er toen wel tien bruggen over de Gouwe lagen binnen de stadsmuren. Wie goed op de kaart kijkt, ziet dat de bruggen in de Haven (het gedeelte vanaf de IJssel tot aan de knik) een oorgat hadden. Dat is een smalle opening, maar net groot genoeg om er met staande mast door te varen. De andere bruggen waren stenen gewelfbruggen. Dit hield in dat voor deze bruggen de masten moesten worden gestreken. Eén van die bruggen lag op de plaats van de huidige Crabethbrug. Het is niet bekend welke naam hij toen had.
BEWEEGBARE BRUGGEN
Toen na 1795 de scheepvaart kon kiezen voor snellere routes richting Amsterdam, nam Gouda als reactie daarop maatregelen om de doorvaart te verbeteren. In de loop van de 19e eeuw werden de bruggen daarom beweegbaar gemaakt. Zo ook in 1867 de brug over de Gouwe in het verlengde van de Turfmarkt: de Dirck Crabethbrug. Waarom werd die brug naar Dirck Crabeth vernoemd? Dat is heel simpel: het huis waar hij woonde, stond aan de Hoge Gouwe tegenover de brug. Er werd gekozen voor een ongelijkarmige ijzeren draaibrug. De brug werd gebouwd door de ijzergieterij ‘De Prins van Oranje’. Dit Haagse bedrijf maakte van 1840 tot de opheffing in 1897 naast stationsoverkappingen, waterpompen en molenassen ook de bovenbouw van veel bruggen.
DIRCK CRABETH (1505-1574)
Het feit dat iemand naast de brug heeft gewoond is nog geen reden om de brug naar hem te vernoemen. Dirck Crabeth was echter niet zo maar iemand. Hoewel de naam buiten Gouda nauwelijks bekendheid geniet, waren Dirck en zijn jongere broer Wouter in de 16e eeuw beroemd als glasschilder(s). Zij werden vooral bekend door de glazen in de Sint Janskerk in Gouda. Nadat de kerk in 1552 grotendeels was afgebrand, kregen ze opdracht om in de kerkramen glazen van gebrandschilderd glas te maken. Het zouden er zo’n 20 worden. Al in de 17e eeuw waren deze glazen een toeristische trekpleister. Nu bezoeken jaarlijks ruim 50.000 mensen de kerk om de glazen te bewonderen.
BRUG WEER VAST
Nadat in 1936 het Gouwekanaal met de Julianasluis was geopend, nam de vaart door Gouda sterk af. Deze hield helemaal op nadat, als één van de maatregelen na de stormvloed van 1953, de uitmonding van de Gouwe in de IJssel werd vervangen door een duiker. Er kon geen schip meer door en de bruggen werden successievelijk vervangen door vaste bruggen. Door corrosie verkeerde de Crabethbrug in een zeer slechte staat. Hij werd echter niet vervangen. Wel werd er in 1968 als provisorische oplossing een betonnen brugdek aangebracht.
TOCH WEER BEWEEGBAAR
Pas tussen 1989 en 1993 werd de brug volledig gerestaureerd. Hij werd geheel in zijn oorspronkelijke staat, namelijk als gietijzeren draaibrug, hersteld. De inzichten waren namelijk veranderd. Men wilde de Gouwe bereikbaar maken voor de recreatievaart en daarom moest een aantal bruggen weer open kunnen. De brugwachter hoeft overigens niet vaak in actie te komen. Alleen de rondvaartboot passeert in het zomerseizoen dagelijks een paar keer de brug.
LAGE EN HOGE GOUWE
Tegenwoordig is de Crabethbrug een fiets/voetgangersbrug die de straten verbindt die aan weerszijden van de Gouwe liggen: de Lage Gouwe aan de westzijde en de Hoge Gouwe aan de oostzijde. De naamgeving laat zich makkelijk verklaren: de oostelijke kade ligt namelijk iets hoger dan de westelijke. Dat komt doordat men in de middeleeuwen de oostzijde heeft opgehoogd. Vanaf de 14e eeuw zijn er huizen gebouwd. Er staan nog steeds veel panden uit de 16e en 17e eeuw. Misschien woonden er ook 'welvarende' schippers. In Gouda waren er in die periode een kleine 200 gevestigd, vaak met een werkplaats bij huis. Nu is er weinig bedrijvigheid. Er staan merendeels woonhuizen en een
enkele galerie.
AMSTERDAMS VERLAAT
Vlak naast de brug ligt een sluis, het Amsterdams Verlaat. Hij heeft één deur en lijkt alleen een functie als keersluis te hebben. Toch maakt deze sluis onderdeel uit van een schutsluis. Het andere sluishoofd is van hieraf niet te zien. Het ligt ongeveer 400 meter verderop in de knik van de Gouwe: de zogenoemde Donkere Sluis. Vanwege zijn unieke kruisende deuren staat deze sluis op de lijst van ICOMOS, een internationale watererfgoedlijst. De Donkere Sluis was al veel eerder aangelegd als keersluis om het water van de IJssel, een getijderivier, te keren. Schepen konden er echter alleen door als de waterstand in Gouwe en IJssel gelijk was. Om die situatie te verbeteren werd in 1436 het Amsterdams Verlaat aangelegd. Toen in de eerste helft van de 17-de eeuw ter voorkoming van het dichtslibben van de Haven ook een sluis bij de monding in de IJssel (de Havensluis) werd gebouwd, ontstond aansluitend een tweede sluiskolk van nog eens 400 meter. Daarmee kreeg Gouda de langste sluis ter wereld. Pas met het openen van het Panamakanaal in 1914 verloor Gouda die positie.
WATERGILDE
In Gouda werden vanaf de 15e eeuw diverse aan de scheepvaart gerelateerde gilden opgericht. Deze zijn inmiddels allang weer opgeheven. Toch bestaat er sinds 2001 weer een gilde in Gouda van mensen die de scheepvaart een warm hart toedragen: het Watergilde. Hoog op hun verlanglijstje staat de heropening van de Havensluis. Als dat lukt, dan zullen we weer scheepsmasten kunnen zien in het stadsbeeld van Gouda. De Dirck Crabethbrug is er na de grote onderhoudsbeurt in 2016 helemaal klaar voor.
Bronnen o.a.:
• P.H.A.M. Abels (red), Duizend jaar Gouda (Hilversum 2002)
• G. J. Arends, Schutten, schuren, overbruggen (Delft 2007)
• Gouds Watergilde, Het Blauwe Boekje (Gouda 2017)
• Ch. van der Spek, Een kanaal en de deurganck, een onderzoek naar de binnenvaart door Holland in de lange Gouden Eeuw (Master thesis Utrecht 2006)