Hein Klooster, bestuurslid 1992-2002
Het toenmalige Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur richtte in 1992 het Projectbureau Industrieel Erfgoed (PIE) op, dat onder meer als opgave kreeg onderzoek te verrichten naar de monumentwaarde van industrieel erfgoed in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project en het Monumenten Selectie Project. Zo had het PIE ook op hun programma staan het onderzoek naar de monumentale waarde van de in Nederland nog aanwezige bruggen uit de periode van vóór 1940. In de jaren 1990-1992 is in de TU Delft, faculteit Bouwkunde en de Rijkswaterstaat (RWS) te Voorburg overleg geweest over het archiefmateriaal en bestaande documentatie. Veel daarvan werd in de kelders van de faculteit Bouwkunde opgeslagen. Naderhand zijn in overleg tussen de TU Delft, de RWS, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) en de Federatie Industrieel Erfgoed Nederland (FIEN) afspraken gemaakt om deze informatie in een boek te verwerken. Prof. Ir J. (Jaap) Oosterhoff kreeg de opdracht om de geschiedenis van de bruggenbouw in Nederland te gaan beschrijven. Dat gaf veel werk en dat was de aanleiding om onder leiding van Jaap Oosterhoff een Nederlandse Bruggen Stichting op te richten.
Op 4 maart 1992 kwam een groep personen vanuit de werkgroep IJzer en Staal van de vereniging ‘Bouwen met Staal’ onder leiding van Jaap Oosterhoff in het gebouw voor Bouwkunde van de TU Delft bijeen om aan de hand van een door Jaap Oosterhoff geschreven ‘notitie betreffende een permanente organisatie voor Nederlandse bruggen’ de Nederlandse Bruggenstichting op te richten. Jaap Oosterhoff heeft een aantal deskundigen gevraagd om in het bestuur van deze op te richten stichting zitting te nemen. De volgende personen werden op grond van hun deskundigheid in het bestuur opgenomen:
ir. G. (Gerrit) Hardenberg (staalconstructies),
prof. ir. J.H. (Jan) van Loenen (betonconstructies),
prof. ir. J. (Jan) Kuipers (houtconstructies)
en ir. H.P. (Hein) Klooster (monumentenzorg).
Op 10 april 1992 op de 68e verjaardag van de voorzitter, Jaap Oosterhoff, passeerden de statuten van de Nederlandse Bruggenstichting bij notaris mr. J. Smal te Nieuwerkerk aan de IJssel. De bestuursfuncties werden verdeeld als
volgt: Jaap Oosterhoff, voorzitter; Gerrit Hardenberg, vice-voorzitter, Jan Kuipers, penningmeester, Jan van Loenen en Hein Klooster, leden. Het bestuur werd bijgestaan door een ‘ambtelijk secretaris’, ir. Jan Arends, werkzaam
bij de Technische Universiteit Delft.
De pas opgerichte stichting had slechts de beschikking over een door PIE ter beschikking gesteld budget ten behoeve van de inventarisatie van de Nederlandse bruggen. Er werden daarom begunstigers gezocht bij ingenieursbureaus,
aannemers en andere belangstellenden uit het netwerk van de bestuursleden. Ook de provincies en gemeenten werden aangeschreven om de Bruggenstichting te steunen. Zo werd in redelijk korte tijd een aantal begunstigers van circa 400 bereikt.
De kersverse stichting ging enthousiast aan het werk, gesteund door een sinds 1991 bestaande ‘stuurgroep bruggen’ van het centrum Bouwen met Staal en de PIE en produceerde in korte tijd het ‘Compendium Bruggen’ met voornamelijk een typebeschrijving van Nederlandse bruggen en het rapport ‘Waardering en selectie van bruggen’. Het wel en wee van de nieuwe bruggenstichting werd in een nieuwsbrief ‘NBSNieuws’ beschreven, dat in april 1993 voor
het eerst verscheen onder redactie van Jaap Oosterhoff en Jan Arends.
Er werd een indeling in vier werkgroepen gemaakt om het werk voor het verzamelen van gegevens voor de boekenserie over de geschiedenis van de Nederlandse bruggenbouw over een aantal groepen deskundigen te verdelen, de werkgroep ‘Bruggen van Staal’ onder leiding van ing. H.M.C.M. (Henk) van Maarschalkerwaart, de werkgroep ‘Bruggen van beton’ onder leiding van Jan van Loenen, de werkgroep ‘Bruggen van hout’, onder leiding van Jan Kuipers en de werkgroep ‘Bruggen van steen’ onder leiding van Hein Klooster. In het beginstadium is op zoek gegaan naar een uitgever, die het boek (later uitgebreid tot twee en daarna zelfs tot drie delen) kon uitgeven. Bezocht zijn hiertoe door Jaap Oosterhoff en ing. B.H. (Ben) Coelman:
1 de Delftse Universitaire Pers te Delft;
2 de Europese Uitgeverij te Zaltbommel;
3 de Uitgeverij Stichting Matrijs te Utrecht.
Na vergelijking van de aanbiedingen hebben zij het bestuur voorgesteld de uitgeverij Matrijs te Utrecht te kiezen, hetgeen ook is gebeurd.
Toen in 1992 de RWS van Voorburg naar Zoetermeer verhuisde, werd op verzoek van Ben Coelman en in overleg met ir. J.(Jan) van den Hoonaard (verhuiscoördinator van de RWS) bewerkstelligd dat de Bruggenstichting een kantoorruimte in het gebouw van de Bouwdienst RWS te Zoetermeer kreeg, inclusief alle kantoorfaciliteiten. Bij de feestelijke opening van deze vestiging van de Bouwdienst RWS werd een stand ingericht, waar de Bruggenstichting
zich kon presenteren. In 1993 werd de zogeheten brugcommissie ingesteld als periodiek overlegorgaan tussen de RWS en de Bruggenstichting. In het kantoor te Zoetermeer leverde Hans Bodaan administratieve assistentie.
In 1995 trad Ben Coelman toe tot het bestuur van de Bruggenstichting en na overleg tussen Jaap Oosterhoff, Gerrit Hardenberg en Ben Coelman met een aantal vertegenwoordigers van de Bouwdienst RWS, werd een concept
convenant opgesteld tussen Bouwdienst RWS en Bruggenstichting met betrekking tot gezamenlijke activiteiten op het gebied van de archivering van en documentatie over de Nederlandse bruggenbouw. Dit convenant werd op 30 januari 1996 officieel door de Hoofdingenieur-directeur van de Bouwdienst Rijkswaterstaat ir. R. (Rinus) Olierook en onze voorzitter Jaap Oosterhoff bekrachtigd. In 2001 werd een Raad van Advies opgericht, waarvan de directieleden van gerenommeerde bruggenbouwende instanties in Nederland deel uitmaken.
Het eerste deel van de serie “Bruggen in Nederland 1800-1940’ beschreef de ‘vaste bruggen van ijzer en staal’. Dit eerste deel werd op 23 mei 1997 in hotel Figi te Zeist op een door de Rijksdienst van de Monumentenzorg in samenwerking met de Bruggenstichting georganiseerd symposium gepresenteerd.
Het tweede deel ‘Bruggen van beton steen en hout’ volgde in 1998 en in 1999 volgde het derde deel, ‘Beweegbare bruggen’. In 1997 nam Ben Coelman afscheid van het bestuur en trad ir. F.J. (Frans) Remery tot het bestuur toe. Het bestuur werd tevens versterkt met ir. C.H. (Cor) van Eldik, werkzaam bij het Centrum Bouwen met Staal, die het penningmeesterschap van Jan Kuipers overnam. Met het symposium in het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam, waarbij het derde deel van de serie ‘Bruggen in Nederland 1800-1940’ werd gepresenteerd, werd een intensieve periode van de Bruggenstichting afgesloten en nam Jaap Oosterhoff afscheid van het bestuur.
Er zouden nog vele boeken volgen, want over de periode na 1940 vallen ook wel veel interessante zaken te melden.
In 1998 nam prof. Ir. C. (Charles) Vos, o.a. werkzaam bij de faculteit civiele techniek van de TUD, het voorzitterschap over van Jaap Oosterhoff. Jan Kuipers en Jan van Loenen namen afscheid van het bestuur. Prof. Ir. L.A.G. (Leo) Wagemans trad toe tot het bestuur. Onder leiding van Charles Vos werd een bezinning over de toekomst van de Bruggenstichting gestart. Hij benadrukte de samenwerking van constructeurs en architecten en wilde deze samenwerking beschrijven in een boek. In 2000 trad dan ook een architect Chris Vegter, werkzaam bij het architectenbureau Vegter in Leeuwarden, tot het bestuur toe. Onder leiding van Charles Vos werd begonnen aan een boek over de samenwerking tussen architecten en constructeurs bij het ontwerpen van bruggen. Helaas overleed Charles Vos in januari 2001. De voorbereiding van het boek ‘BRUGGEN, visie op architectuur en constructie’ werd voortgezet onder redactie van Hein Klooster, Michel Bakker en Ben Coelman en verscheen in 2004. De uitreiking van een Koninklijke onderscheiding aan Jaap Oosterhoff op de openingsplechtigheid van het Centrum van Industrieel en mobiel erfgoed Kromhout in Amsterdam op 24 november 2000 was voor de Bruggenstichting een hoogtepunt.
In 2001 nam Gerrit Hardenberg afscheid van het bestuur en trad ir. A. (Auke) Kingma tot het bestuur toe. Gedurende de periode januari 2001 tot juli 2002 nam Frans Remery het voorzitterschap waar. Prof.dr.ir. R. (Rutger) Smook volgde in 2002 Charles Vos op als voorzitter. Elk jaar werd voor de medewerkers van de Bruggenstichting een bruggenexcursie georganiseerd. In de eerste jaren werden de steden Amsterdam, Utrecht, Leiden, Haarlem, Dordrecht, Groningen, ‘s-Hertogenbosch, Rotterdam, Leeuwarden, Zwolle, Amersfoort en Alkmaar bezocht. Ook naar Antwerpen en Gent werd een excursie georganiseerd. In de latere jaren werden de excursies meer gericht op bepaalde met bruggen samenhangende projecten.
Met ingang van 2002 werd onder leiding van de toenmalige hoofdredacteur Hein Klooster het NBS-Nieuws omgezet in het tijdschrift ‘BRUGGEN’. In september 2013 nam Fred van Geest het hoofdredacteurschap over en zorgde
ervoor dat het blad ‘BRUGGEN’ meer het karakter kreeg van een vaktijdschrift met een moderne uitstraling.