door P. Spits
Nederlandse postzegels worden aan een groot aantal onderwerpen gewijd. Het kan gaan om personen, de vaderlandse geschiedenis, de natuur, evenementen, zomerzegels, kinderzegels, kunstwerken, gebouwen en ook bruggen. Wie het overzicht van de bruggen bekijkt, ziet dat dit aantal niet zo groot is, een kleine 20 met daarin nog verschillende buitenlandse bruggen zoals de Poelepantjebrug in Paramaribo en de Nampu Grand Bridge in Shanghai (NA) en de spoorbrug bij Soekaboemi (NI).
In dit artikel kijken we naar de gepostzegelde Nederlandse bruggen en we proberen te achterhalen waarom ze op de postzegels terecht gekomen zijn.
De oudste zegel met daarop een brug is een zegel uit 1932 waar een combinatiezegel is gemaakt van de ophaalbrug bij Schipluiden en de spoorbrug bij Moerdijk. De zegel maakte deel uit van een serie van vier zogenoemde ANVV (Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer)-zegels. Het ontwerp was van Paul Schuitema, de grafisch en industriëel ontwerper, die ook de vormgever was van het in 1949 gestarte tijdschrift Cement.
Het duurt een aantal jaren voor we weer een brug tegenkomen, maar dat is één van de zomerzegels uit 1950. Het ging om het herstel van de brugboog Keizersveer. In de nieuwe uitgave ‘Bruggen 1940 – 1950’ staat daarover: ‘Op 13 mei 1940 werd de brug opgeblazen. Pas in september 1948 was de brug weer gereed voor verkeer. Omdat die brug na verloop van heel wat jaren de toenemende verkeersdrukte niet meer aankon, werd deze eind jaren zeventig vervangen door zes brugdelen, afkomstig van de gesloopte Moerdijkbrug’.
In 1968 zijn alle vijf de zomerzegels gewijd aan Nederlandse bruggen: de Sint Servaas brug Maastricht, de Magere brug Amsterdam, de spoorbrug over de Lek bij Culemborg, de (eerste) Van Brienenoordbrug en de Zeelandbrug toen nog Oosterscheldebrug geheten. De waarden liepen van 12 cent tot en met 45 cent, alle zegels met 10 cent opslag.
Over de Maastrichtse brug bestaat nog een verhaal. In 1139 is een houten brug gebouwd die veel onderhoud vergde, mede door de nodige oorlogshandelingen. In 1275 gebeurt een ramp. Als de processie van Onze Lieve Vrouwenparochie over de volle brug trekt, stort de constructie in. Honderden gelovigen verdwijnen met heiligenbeelden, vaandels, relikwieën en wat dies meer zij in het water. Tussen 1280 en 1298 wordt een stenen brug gebouwd bestaande uit 9 bogen in Naamse steen en een houten boog aan de Wyckse kant, die in geval van oorlog snel afgebroken kan worden. Pas in 1827 wordt het houten gedeelte ook door een nieuwe stenen brug vervangen. Tussen 1932 en 1934 is die stenen korfboog vervangen door een ijzeren brug, die in 1962 beweegbaar is gemaakt.
De misschien wel beroemdste houten (dubbele) klapbrug is de Magere brug in Amsterdam. Die dankt zijn naam niet aan de legende die zegt dat de twee puissant rijke zusters Mager aan verschillende kanten van de Amstel woonden en de brug lieten bouwen om snel bij elkaar op visite te kunnen gaan.
De werkelijke verklaring is nuchterder: vroeger was de brug zo smal dat twee voetgangers elkaar nauwelijks konden passeren. In 1871 werd een bredere brug gebouwd. De brug heeft mede vanwege de ligging over de Amstel, internationale beroemdheid verworven.
Aan de beide stalen bruggen, de spoorbrug bij Culemborg en de eerste Van Brienenoordbrug bij Rotterdam zijn geen bijzondere verhalen verbonden. De eerste was jarenlang de spoorbrug met de grootste overspanning in Europa en de laatste heeft de grootste overspanning van Nederland; halverwege de jaren zestig was het één van de grootste overspanningen van Europa.
De Zeelandbrug is lange tijd met z’n ruim 5 km de langste brug van Europa geweest. Opmerkelijk was dat deze betonnen brug met grote geprefabriceerde elementen is opgebouwd, die vervaardigd werden in Kats. Het vormde het begin van een internationale ontwikkeling in de bruggenbouw. De ontwerpers van de brug, de heren Blokland, Van Leeuwen en Van Loenen hebben met hun brug verschillende prijzen gewonnen.
Dan gaan er vele brugloze jaren op postzegelgebied voorbij. Pas in 1996 in het kader van Nederland-Waterland-Oeververbindingen komt de Erasmusbrug in beeld. De 800 m lange tuibrug heeft een 139 m hoge geknikte asymmetrische pyloon die de brug aan de bijnaam De Zwaan heeft geholpen. Ben van Berkel was de ontwerper. De tweede zegel betreft de Martinus Nijhoffbrug over de Waal bij Zaltbommel. Op de afbeelding zie je nog de oude naastgelegen stalen brug die nog niet zo lang geleden na de nodige schermutselingen alsnog is gesloopt. Voor de volledigheid, op de derde zegel staat de Wijkertunnel afgebeeld, een ander type oeververbinding.
In 2001 was Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa en weer prijkt de Erasmusbrug op een postzegel, die een waarde heeft van 110 cent (guldentijd).
In de dubbelserie Mooi Nederland uit 2005 komt weer de Erasmusbrug terug. Je zou haast denken, kennen de ontwerpers dan geen andere bruggen? Toch wel, want op hetzelfde vel staat ook een stadsgezicht van Roermond, met prominent in beeld de stenen Maria Theresiabrug over de Roer. Op het andere vel is op één van de vijf zegels een ophaalbrug in Monnickendam afgebeeld.
Waar blijven al die andere Nederlandse bruggen? Voorbeelden te over, zie de beide nieuwe delen van ‘Bruggen in Nederland 1940 – 2000’.
Tot slot een paar buitenlandse voorbeelden
In dit artikel is getracht de Nederlandse postzegels te traceren waarop een Nederlandse brug het beeldbepalende element is. De oogst valt tegen en de Nederlandse postzegeluitgevers zouden best wat meer aandacht aan het onderwerp bruggen mogen geven. Ter opwekking worden enkele buitenlandse voorbeelden in beeld gebracht.
Een bijzondere zegel uit 1952 uit de USA (Centennial of Engineering) is uitgegeven ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van The American Society of Civil Engineers. Afgebeeld staan een eenvoudige houten brug met overkapping en de overbekende Golden Gate hangbrug.
Een kleurrijke zegel uit Zwitserland 1991 toont een mooi gestileerde dubbele boogbrug.
Bridges of Singapore is een serie van vier zegels, uitgevoerd als lijntekeningen. Met deze serie wordt het belang van bruggen benadrukt. De uitgave dateert van 1985. Alle bruggen overspannen de Singapore River.
De zegel van 10 c betreft de Coleman Bridge, genoemd naar de architect van de verkeersbrug, G.D. Coleman.
De zegel van 35 c toont de Cavenagh Bridge, gebouwd in 1869. De brug is tegenwoordig een voetbrug en het overige verkeer maakt gebruik van de in 1910 in gebruik genomen Anderson Bridge.
De Elgin Bridge uit 1982 (75 c) was vernoemd naar James Bruce, Earl of Elgin, tussen 1861 en zijn overlijden in 1863 onderkoning van India. De huidige elegante gewapend-betonnen boogbrug dateert van 1929.
Tot slot de zegel van 1 $ waarop de Benjamin Sheares Bridge staat afgebeeld. Deze brug dateert uit 1981. Met 1755 m is dit de langste brug van Singapore.
Het spreekt vanzelf dat dit geen uitputtende zoektocht is geweest. Mogelijk zijn er onder de lezers filatelisten die een breder overzicht hebben. Hun reacties zijn welkom.
Download hier het artikel in pdf-formaat