Interview met Harrie Kuijper, Jaap van der Steeg en Beate Vlaanderen
Het is kunst. En het is werk. Aan die brug, dat viaduct of de tunnel die we passeren gaan maanden denk-, teken- en rekenwerk vooraf. En dan moet het ‘kunstwerk’ nog worden gerealiseerd. Maar wat is zo’n kunstwerk eigen-lijk? En wanneer verdient het die naam? Enkele ARCADIS- ‘bedenkers’- Jaap van der Steeg en Beate Vlaanderen – gaan aan tafel met collega- ‘bouwer’ Harrie Kuijper.
Bij een geslaagd kunstwerk zijn ontwerp en constructie op elkaar afgestemd. Bij ARCADIS zitten bedenkers en bouwers vanaf dag 1 samen aan tafel. Zij zoeken samenwerking, vullen elkaar aan en vormen een inter-disciplinair team waarin bedenkers en bouwers zich verdiepen in elkaars wereld. Zodoende wordt maakbaar-heid (lees ook: betaalbaarheid voor de opdrachtgever), duurzaamheid en schoonheid vanaf de processtart bewaakt.
Realiteitszin
Zowel bouwers als bedenkers vinden een vroegtijdige integratie van alle betrokken disciplines in ‘hun’ organisa-tie heel belangrijk. “Juist daar zit de meerwaarde”, meent Beate. “Zodra je architecten en ingenieurs verenigt in hetzelfde bedrijf, is de kans uiteraard groter dat beide partijen vanaf de start van een project samenwerking zoeken. Dat wordt dan ook aangemoedigd.”
“Kunstwerken vallen bijna altijd op, denk aan een brug over een rivier. Dan is een goede wisselwerking tussen ontwerp en constructie uiteraard van groot belang”, meent Harrie Kuijper. “En dan liefst in een vroeg stadium, zodat je achteraf niet hoeft bij te stellen. Je maakt iets dat een lange tijd gebruikt wordt en waar veel geld mee is gemoeid. Dan moet het qua ontwerp en constructie de tand des tijds kunnen doorstaan. Zo’n kunstwerk bouwen is een opgave die eenvoudiger wordt opgelost als architecten en constructeurs toekomstvisie hebben, elkaar verstaan en vanaf het begin samenwerken.” Van der Steeg: “Opdrachtgevers zien de voordelen van kruisbestuiving tussen ontwerpers en ingenieurs ook. Bij grote infrastructurele werken, zoals de Hanzelijn, is ARCADIS al betrokken bij het Ontwerp Tracé Besluit (OTB). Het getuigt volgens mij van realiteitszin om gezamenlijk te opereren; elkaar aan te sporen en elkaar – wanneer nodig – af te remmen. Weten wat mogelijk en onmogelijk is. Hierdoor creëer je kunstwerken waar zowel opdrachtgever, gebruiker als ontwerper blij mee zijn.”
Visie op tijd…
Wie infrastructurele projecten als bruggen, viaducten en geluidsschermen bekijkt ziet al snel de nodige verschillen. Sommige volgen de laatste vormgevings-normen en stand der techniek. Andere zijn erfgoed, in positieve of negatieve zin. Hebben trends vat op kunst-werken? Volgens Kuijper wel. “Ideeën over schoonheid veranderen voortdurend en dat zie je in kunstwerken natuurlijk ook terug. Iedereen ziet dat het leven steeds sneller gaat. Dat stelt eisen aan het werk dat hier wordt gedaan. Je moet ver vooruit kunnen denken; hoe gaat de omgeving waarin het kunstwerk wordt geplaatst er over twintig jaar uitzien? Tegelijkertijd wordt het interval tussen bouw en vervanging of aanpassing van het kunstwerk steeds korter. Sommige kunstwerken moeten worden aangepast aan een nieuwe functie of een nieuwe omgeving. Dat is een specialiteit op zich. Maar al met al blijft maakbaarheid – dus ook het werken binnen het gestelde budget – het eerste uitgangspunt.”
Maar een kunstwerk moet vooral ook doen wat het moet doen, stelt Beate, die de omgeving van het spoorweg-station bij de Rotterdamse Kuip als voorbeeld aandraagt. “De gebouwen en de kunstwerken kunnen daar tegen een stootje en dat stralen ze ook uit. Elementaire eisen: een brug moet dragen, een ecoduct moet plant en dier veilig stellen en een geluidsscherm moet verkeerslawaai intomen. En daarnaast rekening houden met bijvoor-beeld sociale en fysieke veiligheid in tunnels, een item dat de laatste jaren steeds belangrijker wordt. Ook daar moet je met ontwerp en constructie op inspelen.”
(H)erkenning
Een andere trend is de vroegtijdige betrokkenheid van bedenkers en bouwers bij grote infrastructurele projecten als het ingrijpend herziene spoorwegtracé tussen Amsterdam en Utrecht, de Betuweroute en de eerder genoemde Hanzelijn. Deze ‘lijnen’ kennen een groot aantal kunstwerken, waar met intensieve en vroegtijdige samenwerking tussen architecten en ingenieurs samenhang of juist diversiteit kan worden aangebracht. Bovendien komen alle architectonische en constructieve disciplines bij zo’n lijn aan bod. En daarbij moeten ‘bedenkers’ en ‘bouwers’ ver vooruit kunnen kijken. Bijvoorbeeld naar kruisingen van stromen, waar mens en dier elkaar, al of niet met diverse verkeersmiddelen zonder voorrang te hoeven verlenen – en dus zonder gevaar – passeren. Bovenlangs, onderlangs, maar zeker niet erlangs. Ontworpen en gebouwd met oog voor de lokale omge-ving. Een landmark, of juist heel bewust niet. Dat zijn volgens Van der Steeg, Vlaanderen en Kuijper de ken-merken van een kunstwerk. Van der Steeg mag zich, net als zijn gesprekspartners, inmiddels ‘specialist onder specialisten’ noemen. Zij en hun collega’s bij ARCADIS hebben – in wisselende samenwerkingsverbanden – inmiddels zoveel kunstwerken gerealiseerd dat (h)erkenning optreedt. Binnen de organisatie worden interdisciplinaire teams gevormd van mensen die exact weten wat ze aan elkaar hebben. Beate laat voorzichtig de interne benaming ‘Arcadianen” vallen; een term die zelfs onder jonge medewerkers gebruikt wordt om de overeenkomsten in visie en werkwijze te onderstrepen. Dan dringt zich vanzelf de vraag op of de kunstwerken uit het ARCADIS-atelier ook een ‘handtekening’ dragen; een signatuur hebben waardoor de constructie ‘Arcadiaans’ genoemd mag worden. Maar zo ver gaat het volgens Van der Steeg niet. “Uiteindelijk kijken we liever terug op een kunstwerk met langere adem; constructief en architectonisch. Dat is afhankelijk van de functie en de lokale omgeving en kan iedere keer heel verschillend uitpakken. We dienen het maatschappelijk belang. Daarom vragen we ons af wat een kunstwerk oplevert voor opdrachtgevers. En wat het betekent voor mensen die het kunstwerk ‘gebruiken’. Dus geen cosmetica. En geen mode. Liever werk dat tijdloos is. Een kunstwerk dat ‘part of a bigger picture’ is.”