E.J. Huisinga
Bij het invoeren van de Euro als wettig betaalmiddel in twaalf Europese landen moesten nieuwe munten en bankbiljetten worden ontworpen. Uiteraard kregen deze overal dezelfde vorm en afmetingen. Het kon echter niet vermeden worden dat ieder land een eigen beeldmerk op het in dat land geproduceerde geld wilde hebben. Voor de munten is dat opgelost door ieder land zijn eigen merk op de achterzijde van de munten te laten aanbrengen. Voor de bankbiljetten werd dit niet toegestaan, die zijn dus in geheel Europa hetzelfde. Voor de echte kenners is er wel een klein verschil te constateren. Voor het lange nummer op het biljet staat een letter, die aangeeft uit welk land dat biljet afkomstig is: Z = België; X = Duitsland; L = Finland; U = Frankrijk; Y = Griekenland; T = Ierland; S = Italië; R = Luxemburg; P = Nederland; N = Oostenrijk; M = Portugal en V = Spanje.
De eurobiljetten zijn door de Oostenrijkse kunstenaar Robert Kalina ontworpen. Aan de ‘voorzijde’ van het bankbiljet is een gebouw afgebeeld, aan de achterzijde een brug.
De afbeeldingen van de gebouwen aan de voorzijde symboliseren de geest van openheid en samenwerking binnen Europa. Het accent ligt daarom op ramen en torens. De bruggen aan de andere zijde symboliseren de verbinding tussen de volkeren van Europa en tussen Europa en de rest van de wereld.
Op de zeven biljetten zijn de afbeeldingen getekend volgens zeven architectonische stijlen uit de perioden van de Europese kunsthistorie, deze zijn: 5 Euro Klassiek; 10 Euro Romantiek; 20 Euro Gotiek; 50 Euro Renaissance; 100 Euro Barok en Rococo, 200 Euro IJzer en Glas Architectuur en op de 500 Euro Hedendaagse Architectuur.
De bruggen op de biljetten zijn naar bestaande bruggen uit die stijlperioden getekend. De ontwerper heeft echter niet gekopieerd maar er zijn eigen interpretatie aan gegeven en voor een tekening elementen van verschillende bruggen gebruikt. Er zullen meerdere bruggen in Europa op lijken. Hetzelfde geldt voor de voorzijde.
Na wat speurwerk in de literatuur denk ik het volgende van de bruggen gevonden te hebben :
5 Euro.
De afgebeelde brug lijkt op het aquaduct nabij Nîmes (63-13 voor Chr.). Het verschil zit in de middelste rij bogen. Deze hebben in het aquaduct dezelfde overspanning als de onderste rij bogen, op de afbeelding zijn ze een “tussenmaat” van de onderste en de bovenste. De pijlervoeten op de afbeelding zijn rechthoekig, die van het bestaande aquaduct hebben een scherpe voorkant aan de onderzijde. De zwarte lijnen ter plaatse van de overgang tussen boog en pijler zijn als een stenen rand te zien op het aquaduct.
10 Euro.
De brug zou geïnspireerd kunnen zijn op de Pons Augustinus te Rimini (zonder de beelden op de pijlers). Ook lijkt de Pons Cestius over de Tiber model gestaan te hebben.
20 Euro.
De pijlers van de afgebeelde brug doet denken aan die van de Pont Valentré over de Lot in Cahors (ca. 1347). De “ramen “zijn hier hoger getekend. De puntbogen van de brug zijn hier ook als puntbogen getekend. De torens van de brug zijn echter weggelaten. Op de afbeelding is de brug in het midden (ter plaatse van een boog) hoger dan bij de landhoofden, op de echte brug ligt het hoogste punt van de weg op een pijler.
50 Euro.
De afgebeelde brug lijkt een kruising van de Ponte Santa Trinita in Florence (de pijlers) en de brug over de Loire te Blois en de Pont Royale in Parijs (de bogen). Ook zou de oude Donaubrug bij Regensburg model hebben kunnen staan.
100 Euro.
De Ponte d’Angelo over de Tiber in Rome (ca. 136 v. Chr.) heeft vermoedelijk model gestaan voor de afbeelding op dit biljet (met name de pijlers). De beelden op de brug dateren uit een latere periode (ca. 1668). De cirkelvormige bogen van de Romeinse brug zijn hier echter als korfbogen afgebeeld en lijken op die van de brug over de Seine bij Neuilly te Parijs).
200 Euro.
Van de brugafbeelding uit de ijzer en glas periode kan ik helaas niet een voorbeeld vinden. Er zijn wel bruggen die er in “de verte” op lijken. De brug over de Rijn in Mainz heeft nog de meeste gelijkenis.
500 Euro.
Hier zijn tuibruggen op afgebeeld, een symmetrische en een asymmetrische. Het profiel van de pylonen van de symmetrische brug lijkt op dat van de Skarnson brug in Denemarken, het dwarsprofiel van de rivier lijkt op dat van de Pont de Normandie. Het aantal tuikabels is op de tekening gelimiteerd.
Wellicht zijn er nog meer bruggen te vinden die model hebben kunnen staan.
Bronnen
De Nederlandse Bank, afd. Communicatie en Informatie.
“Der €uro”. Eine Währung viele Gesichter. ISBN 389555058-2, wellicht is er ook een Nederlands talige versie te verkrijgen, dit exemplaar is in Trier gekocht. H. Roelofs van de werkgroep steen gaf enkele aanwijzingen.
The Creation of BRIDGES van D. Bennet;
BRÜCKEN van F.Leonhardt;
BRIDGES. Three thousand years of defying nature van D.J. Brown.