H.J.J. Roelofs
Een bruggenbouwer wil vrijwel altijd het onmogelijke, maar stelt zich uiteindelijk tevreden met het (voor zijn tijd en technisch kunnen) maximaal haalbare. Dat is altijd zo geweest, en heden ten dage nog steeds zo; denk maar aan de Erasmusbrug! Grotere overspanningen, slankere bruggen, nieuwe materialen.
In vroeger dagen was die uitdaging vaak het feit dat men een schier onoverbrugbare kloof of rivier moest overwinnen. De wereld moest worden onderworpen worden aan de wil van de mens.
Elk van de ons omringende landen heeft hier wel voorbeelden van. En bij sommige van deze bruggen was het wonder van de prestatie zo groot, dat men geloofde dat het geen mensenwerk was, maar dat de duivel een handje geholpen zou hebben. In die tijd was men veel meer omgeven door mysteries, veroorzaakt door hogere machten. Toen ontstonden dan ook de legendes van de duivelsbruggen.
Het oudste verhaal daarover dat ik kon vinden komt uit de Romeinse tijd, uit de stad Rimini in Italië. 1
Het betreft een brug waar keizer Augustus in het jaar 14 na Chr. aan begon, en die door zijn zoon Tiberius in 21 na Chr. voltooid werd. Deze brug bestaat nog, en is een fraai voorbeeld van oud-Romeinse bouwkunst.
De bouw ervan ging echter met grote moeilijkheden gepaard. Telkens, zo luidt de legende, als er een nieuw stuk klaar was stortte het in. Maar de onmacht om de brug te maken wierp een schaduw over de roem van de keizer. De hulp van de goden werd ingeroepen, maar toen dat niet hielp, bleef alleen de duivel over om te helpen. Maar, Tiberius moest daartoe wel een verbond met de duivel aangaan. Dat hield in dat van het eerste levende wezen dat over de gerede brug zou lopen, de ziel aan de duivel zou toebehoren. Toen de brug echter klaar was, weigerde Tiberius dit. De duivel was hierover zo woedend, dat hij de brug weer wilde vernielen. Maar dat ging niet, omdat hij hem zelf gebouwd had! Er bleef hem niets anders over dan woedend te vertrekken. En heden ten dage zijn z’n voetsporen nog te zien in sommige stenen van de brug.
Ook de Steinerne Brücke in Regensburg (Duitsland), een brug over de Donau, gebouwd in 1135-1146 na Chr., is een brug met een bouwlegende. Hier ging het om de concurrentie tussen de bruggenbouwer en de kathedraalbouwer.2 Het verhaal gaat dat deze bouw-meesters elkaar naar het leven stonden. Wie zijn bouw-werk het eerste gereed zou hebben, mocht de verliezer onthoofden. De bouwmeester van de brug zag dat zijn concurrent veel harder opschoot, en vreesde voor zijn leven. Toen riep hij de hulp van de duivel in. Ook hier eiste de duivel als tegenprestatie voor het bouwen van de brug de ziel van het eerste levende wezen dat de brug zou passeren. De bouwmeester was echter een slimme man. Toen de brug klaar was, en de duivel zijn tol opeiste, stuurde hij twee hanen, achtervolgd door een hond over de brug. Hiermee moest de duivel genoegen nemen. De mens was hem weer te slim afgeweest.
Maar ook wel minder bekende bruggen in de diverse landen om ons heen hebben hun eigen duivelsbrug(gen). Ik noem er een paar:
The Devil’s Bridge in Aberytwyth (Wales);
Teufelsbrücke in Andermatt (Zwitserland);
Pont du Diable in Thueyts, in Ceret en vele andere in Frankrijk;
Pont del Diable in Martorell (Spanje);
Ponte del Diavolo in Lucca (Italië) enz.
Alle bijbehorende legendes vermelden (met kleine variatie van honden, katten enz als eerste betreders der brug) verder hetzelfde thema. De mens is de door hem ingeroepen duivel toch te slim af.
Nederland heeft vele bruggen, maar geen gevaarlijke kloven of onstuimige rivieren om te overwinnen. Toch is er een Nederlandse duivelsbrug, en wel in Ginneken, een brug over de Mark.3 De daar-aan verbonden legende is echter van een heel andere strekking, en luidt als volgt.
Een jonkvrouw, Catharina van Gaveren, was verliefd op Walter van Ulvenhout, en wilde graag met hem trouwen. Haar vader echter was daar falikant tegen, en stopte zijn dochter in een klooster. Dit kwam Rolf van Liedekerke ter ore, en aangezien hij een oude schuld bij Catharina had in te lossen, smokkelde hij haar met een list het klooster uit, en bracht haar naar de Laurentiuskerk in Ginneken. Hier wachtte Walter op haar om met haar midden in de nacht te trouwen. Hun stand verplichtte het paar om deze gebeurtenis met klokgelui te laten vergezellen. Maar de pastoor waarschuwde hen dat de klok nog niet ingezegend was, en dus nog aan de duivel toebehoorde. Maar het trouwlustige paar zette hun wil door. Onder het gebeier van de klok stortte toen de toren in, en de duivel vloog weg met zijn klok. Op de plaats nu waar de duivel zich met klok en al in de Mark stortte, ligt nu nog steeds de Duivelsbrug.
We leven tegenwoordig in een tijd waar we met minder mystiek en meer nuchtere kennis onze bruggen maken. Dus duivelsbruggen met hun bijpassende legende zullen wel tot het verleden behoren. Maar de uitdaging blijft, en er worden nog steeds “duivels” ingewikkelde bruggen gebouwd!
Bronnen:
1. www.erimini.com/de/storie/tiberiode.htm
2.Peter Nilson, Terug naar de aarde (p.61 e.v.),Ambo/Baarn 1996
3. www.ginnekenweb.com/wandeling/duivelsbrug.htm
Download hier het artikel in pdf-formaat