Maas 01

P. Spits

De Nederlandse Bruggenstichting heeft een traditie in het uitgeven van boeken en andere publicaties over bruggen. Tot op heden betrof het, wat de boeken betreft, uitsluitend Nederlandse bruggen, voor zowel langzaam verkeer, snel- en railverkeer, als, bij uitzondering, schepen (aquaducten). Vooral over bredere wateren zoals rivieren zijn indrukwekkende exemplaren te vinden. De Maas is zo’n rivier en verschillende  bruggen over het Nederlandse deel van de Maas zijn eerder in uitgaven van de Bruggenstichting beschreven. Het langste deel van de Maas stroomt echter door Frankrijk en België. De bruggen die in deze twee landen over de Maas liggen, zijn in ons land minder bekend, terwijl ze zeker de moeite waard zijn uit landschappelijk, historisch en constructief oogpunt. Zo ontstond het plan een boek te wijden aan de bruggen over de gehele lengte van de rivier, van de bron in Frankrijk via België tot de monding in Nederland, een afstand van ca. 930 km. 

Maas 02

DE MAAS
De Maas ontspringt in Frankrijk, in Pouillyen-Bassigny op het plateau van Langres, op een hoogte van 410 m boven zeeniveau. In Frankrijk stroomt zij door de departementen Haute-Marne, Meuse en Ardennes. Een
groot deel van de rivier ligt hier in landelijk aantrekkelijk gebied. De bruggen zijn er niet groot, maar passen vaak charmant in het landschap. In het begin is de Maas, die hier Meuse heet, een vaak onstuimige waterloop die dan ook de eerste 215 kilometer (tot Troussey) niet bevaarbaar is. Van Troussey tot Givet, de grensplaats met België, een afstand van 275 km, is de Maas gekanaliseerd. Met schepen van de
CEMT-klasse I (5,05 m x 38,50 m) kunnen de aangelegde schutsluizen worden gepasseerd. De waterweg voert grotendeels door open land, maar passeert ook interessante plaatsen als Verdun, Sedan en Charleville-Mézières. Hier wordt de rivier overspannen door veelal kleinschalige stadsbruggen. Het is een gebied vol herinneringen aan de oorlogen die deze streek hebben geteisterd. Het is nog steeds Ardennengebied als de
Maas bij Givet België (Wallonië) binnenkomt op een hoogte van 99 m boven zeeniveau. Maar voorbij Dinant gaat dat veranderen: in de tijd van de industriële revolutie was Wallonië, na het Verenigd Koninkrijk, het
belangrijkste industriële gebied in Europa. De bevaarbaarheid van de rivier was daarbij van groot belang. De Maas is in België geheel gekanaliseerd en de schutsluizen zijn minimaal 12 m breed. Opvallend zijn de vaak grote bruggen die een nauwe relatie hebben met de tijd waarin ze zijn gebouwd waarbij de staalindustrie (Cockerill) bepalend was. Later kwamen nieuwe technieken in beeld: gewapend beton en nadien voorgespannen beton speelden een grote rol. In dit verband duiken de namen op van François Hennebique en Gustave Magnel en in de huidige tijd het Ingenieursbureau Greisch, onder meer bekend vanwege bijzondere tuibruggen. Bij de geselecteerde Belgische bruggen komt dit uitgebreid naar voren. Op haar tocht door België stroomt de Maas door belangrijke steden als Namen en Luik, waar zowel historische als moderne bruggen de communicatie tussen beide oevers verzorgen. Vooral Luik grossiert in indrukwekkende bruggen. Net voorbij Lanaye, vroeger berucht van de ‘stop van Ternaaien’, verlaat de Maas België, om bij Eijsden op een hoogte van 45 m aan het traject door Nederland te beginnen. 
De eerste stad die de rivier in Nederland passeert, is Maastricht waarvan de stadsbruggen niet onbesproken mogen blijven. Eenmaal voorbij Maastricht is de Maas grensrivier tussen België en Nederland over een
afstand van 47 km onder de naam Grensmaas. Deze is onbevaarbaar voor schepen van enig formaat, maar de scheepvaart kan gebruik maken van het Julianakanaal tot Maasbracht. Met het aansluitende Lateraalkanaal Linne- Buggenum worden nog eens de nodige bochten afgesneden. De Maas stroomt in noordelijke richting tot Mook om daar af te buigen naar het westen. Daar begint het Land van Maas en Waal, het Hollandse landschap tussen de grote rivieren. Eenmaal voorbij de laatste stuw en sluis van Lith is de Maas een getijderivier geworden. Men vaart nu achter elkaar door naar het Deltagebied. De Maas is hier een
brede rivier en de bruggen zijn navenant van forse afmetingen. De invloed van de getijden van de Noordzee is tegenwoordig, wat de Maas betreft, landinwaarts verwaarloosbaar vanwege de (gedeeltelijke) afsluiting van zeegaten in het kader van de Deltawerken. De hoofduitlaat van de Maas is via het Hollandsch Diep en het Haringvliet, waar naast de spuisluizen ook een scheepvaartsluis is aangelegd.

Maas 03

In haar loop van bron tot zee neemt de Maas in omvang toe door de aanvoer van water uit allerlei stroompjes en zijrivieren en dat is te zien aan de afmetingen van de bruggen die de rivier overspannen. Het stroomgebied van de Maas heeft een grootte van 36.000 km2 en omvat behalve de drie genoemde landen, ook delen van Duitsland en Luxemburg. Het is een echte regenrivier die hoge waterafvoeren in de winter en lage waterafvoeren in de zomer kent. Beide uitersten maken de Maas tot een problematische rivier met overstromingsgevaar in de winterperiode en problemen voor de scheepvaart in de zomer. Recente gebeurtenissen leerden helaas dat er zelfs in de zomerperiode wateroverlast te duchten kan zijn.

Maas 04

OPZET VAN HET BOEK
Uit de ongeveer 260 Maasbruggen waarvan de meeste in Frankrijk liggen, zijn er per land 15 gekozen. Dat bood de gelegenheid serieuze aandacht aan elke brug te besteden, zowel wat betreft de techniek, de
geschiedenis en de omgeving. Dan blijk weer wat een verscheidenheid er aan bruggen bestaat en wat een boeiende gebeurtenissen vele hebben meegemaakt. Bruggen bouwen moest worden geleerd. Dat wordt duidelijk bij het lezen van verhalen hoe de bij tijden onstuimige Maas grote schade kon aanrichten aan de eerste bruggen. Sommige bruggen zijn wel zes of meer keer vernield en  herbouwd. Maar het was niet alleen de natuur die de bruggen bedreigde. Voor de bruggen over de Maas waren de Eerste en de Tweede Wereldoorlog desastreus. Gekozen is voor een doorlopend verhaal en bij elke brug wordt naast plaats en titel de kilometer-afstand vanaf de bron gegeven.

Maas 05

Dat biedt een duidelijke plaatsbepaling. Enkele voorbeelden van besproken bruggen: 

km 142 Domrémy-la-Pucelle, stenen boogbrug in de geboorteplaats van Jeanne d’Arc. 

km 287 Verdun Pont Chaussée, betonnen brug met poortgebouw, herinnert aan de Eerste Wereldoorlog, de slag om Verdun. 

km 565 Ben-Ahin (B) enkelzijdige betonnen tuibrug naar ontwerp van het Bureau Greisch met een gewaagde bouwwijze.

km 598 Luik, Pont de Fragnée, luxe stadsbrug.

km 617 Lixhe (B) Pont des Allemands, spoorbrug uitgevoerd als stalen vakwerkbrug.

km 840 Hedel, stalen boogbrug, onderdeel van het Eerste Rijkswegenplan.

km 884 De drie Moerdijkbruggen: spoorbrug, HSL-brug en verkeersbrug.

km 930 Stellendam, de Haringvlietsluizen. Op de dam en over de spuisluizen loopt de N57, waardoor de sluizen ook een brugfunctie hebben.

Maas 06

Het merendeel van het Maaswater stroomt, samen met water van de Waal (Nieuwe Merwede), via het Haringvliet naar de Noordzee. Sinds de aanleg van de Haringvlietdam beheersen de spuisluizen in de dam de waterafvoer: ze regelen het waterpeil op een manier die vergelijkbaar is met het open- of dichtdraaien van een kraan. De sluizen staan dan ook bekend als de ‘kraan van Europa’. Het Haringvlietbekken was daardoor zoet. Een nieuwe ontwikkeling is dat de schuiven van de spuisluis geregeld een klein beetje worden opengezet om de migratie van vissen naar of vanuit zee mogelijk te maken. Hierdoor kunnen de vissen van hun paaigronden in de bovenloop van de rivieren Maas en Rijn, en hun zijrivieren, naar zee zwemmen en omgekeerd vanuit zee hun paaigebieden bereiken. Zo reikt de invloed van de monding van de Maas zelfs 930 km terug tot haar oorsprong op het Plateau van Langres in Frankrijk. 

Maas 07

INTERNATIONALE AFSPRAKEN
Doordat de Maas door drie landen stroomt, zijn er veel internationale afspraken en overeenkomsten nodig om allerlei zaken te regelen en te reguleren. Van het grootste belang zijn – naast de voorzieningen voor de scheepvaart – natuurlijk de kwantiteit en kwaliteit van het drinkwater voor ruim 3 miljoen Belgen en zo’n 4 miljoen Nederlanders. In Nederland bestaan zorgen over de hoeveelheid drinkwater die in droge jaren beschikbaar is. Vanwege allerlei lozingen in Frankrijk en België is er, vooral in tijden van droogte, een afname van de kwaliteit van het rivierwater dat als drinkwater moet dienen. Ook het gebruik van de rivier voor koelwater voor industrie en energiecentrales waarbij het opgewarmde water weer op de rivier wordt geloosd, baart zorgen voor het leven in de rivier en is daarom aan regels gebonden. De Internationale Maascommissie (IMC) beoogt een duurzaam en integraal waterbeheer. Er bestaan landelijke en regionale organisaties die zich bezighouden met gegevensuitwisseling, hoogwaterverwachtingen en de scheepvaart.

Maas 08

Maas 09

Sinds 2015 is er een internationale Maasfietsroute, die de drie landen op een charmante manier verbindt. Wat is er mooier dan vanaf de fiets de vaak fraaie Maasbruggen te bewonderen?

Maas 10

Download hier het artikel in pdf-formaat logo pdf