image

door Michel Bakker

juni 04 01

Het is misschien geen kunst met een grote K maar het is wel degelijk Nederlands erfgoed: de schoolplaat. Op deze plaat de Koningin Emmabrug te Willemstad (Curaçao). De bijnaam van deze 19de-eeuwse pontjesbrug luidt swinging old lady. Een bijdrage in de serie Bruggen in de Kunst over de geschiedenis en beeld van een unieke houten schipbrug.

juni 04 02

De brug

Willemstad heeft drie oude en monumentale wijken: het oudste stadsdeel Punda aan de oostkant van de St. Annabaai, Otrabanda - de ‘overkant’ - aan de westzijde daarvan en het chique Scharloo. De wijken worden door bruggen met elkaar verbonden. De Koningin Wilhelminabrug verbindt Punda met Scharloo. De Koningin Emmabrug over de Sint Annabaai verbindt Punda met Otrabanda. En de ruim een halve kilometer noordelijker over de baai gelegen Koningin Julianabrug verbindt in ruimere zin ook Oost- met West-Willemstad. Deze laatste brug, ontworpen door de Directie Bruggen van Rijkswaterstaat, kwam in 1974 gereed en heeft een doorvaarthoogte in het midden van ruim 55 meter. Vóór de komst van deze Julianabrug was men aangewezen op een forse omweg om de baai of op de prachtige oude Koningin Emmabrug.  Onder gouverneur Nicolaas van den Brandhof kwam de Noord-Amerikaanse consul Leonard Burlington Smith (1839-1898) met een plan voor een schipbrug over de St. Annabaai tussen Punda en Otrabanda. Smith, een Amerikaanse zeeman en ondernemer die sinds 1876 op Curaçao woonde, was een voortvarend man, die veel voor Willemstad betekend heeft. Zo heeft hij bijvoorbeeld gewerkt aan het aanleggen van een waterleiding en een elektriciteitsnet. De brug zou aanvankelijk Alliance heten maar werd bij nader inzien genoemd naar Koningin Emma. De Amerikaan was het hier snel mee eens, omdat zijn eigen dochter toevallig ook Emma heette. De pontons voor de brug werden gemaakt in de Verenigde Staten. Op 8 mei 1888 nam men de brug in gebruik. Na de dood v an Smith kwam de brug in handen van de Handel- en Industrie Maatschappij Curaçao, de tegenwoordige Curaçao Trading Company. Als men destijds van deze schipbrug gebruik wilde maken moest men tol betalen, tenzij….men géén schoenen droeg. Slaven en armen droegen namelijk geen schoenen. Dit had het merkwaardige gevolg dat armen schoenen leenden om maar voor vol te worden aangezien en de iets meer vermogenden hun schoenen verstopten om niet te hoeven betalen. In de tijd van het rijtuig kon bij een geopende brug van het alternatieve omrijden om de baai uiteraard geen sprake zijn. In 1920 kostte de exploitatie van de brug 1762 gulden, terwijl aan bruggelden ƒ 6962 werd ontvangen. Probleem was lange tijd dat de stoomsloep die de schipbrug in beweging zette, te zwak was om tegen een sterke wind op te varen. Ook gebeurde het dat de sloep onvoldoende onder stoom lag en men dus moest wachten. Het tolrecht werd in 1934 afgeschaft. De brug was inmiddels aan vernieuwing toe en op 19 april 1939 nam men de brug in huidige (hoofd)vorm in gebruik. Het rijdek rust op 15 pontons en het beweegbare deel is 168 meter lang. Twee motoren aan de zijde van Punda kunnen de brug binnen enkele minuten open of dicht draaien. Zolang de brug open is kunnen voetgangers van een gratis veerdienst gebruik maken om de overzijde te bereiken. In augustus 1974 sloot men de brug definitief voor
gemotoriseerd verkeer. Door het drukke scheepvaartverkeer was de brug vaak open met navenant lange wachttijden tot gevolg. Begin 2e eeuw was de brug in een zeer slechte staat: het asfalt viel op plekken uit elkaar en het staal op de brug was zeer verroest. Tijdens het carnaval van Curaçao kon de parade er zelfs niet meer overheen, waardoor een deel van het eiland het feest niet meer kon vieren zoals gebruikelijk was.
Vanaf midden 2005 tot mei 2006 was de brug buiten gebruik voor de hoognodige en grondige reparaties (kosten: 4,5 miljoen euro, betaald door de Europese Unie). De brug is voor 95% vervangen, alleen de pontons werden hergebruikt. Als alternatief vervoer werden twee veerboten ingezet en een bus die via de Julianabrug reed. Ook deze dienst was gratis. Voor de restauratie werd 478 m³ Afrikaans hardhout gebruikt. De brug is 9 mei 2006 onder grote belangstelling weer naar haar plaats teruggevaren. Willemstad herkreeg hiermee één van zijn voornaamste iconen. ’s Avonds is de brug vaak prachtig verlicht. Wanneer er een schip in of uit de haven wil varen, moet de Pontjesbrug open. De bel gaat rinkelen, de hekken sluiten en een vlag op de stuurcabine geeft aan of de brug kort- of lang opengaat. Een oranje vlag betekent dat je best even op de brug kunt blijven wachten als deze opengaat. Dat is een unieke ervaring. Maar bij een blauwe vlag gaat de brug langer open. Je kunt er ook dan voor kiezen om op de brug te blijven staan. De brugwachter opent de brug voor de scheepvaart door hem in zijn gehele lengte naar de walkant van Otrobanda te varen, tegen de klok in, dus noordwaarts de baai in. Onder de gele brugwachterscabine – aan de zijde van Punda - zit een motor met schroef. Aan de kant van Otrobanda scharniert de brug. Dagelijks zijn er 15.000 voetgangers die gebruik maken van de beeldbepalende Emmabrug.

juni 04 03

De schoolplaat

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd er op de Nederlandse scholen veel gebruik gemaakt van schoolplaten. De oorsprong hiervan lag binnen het zogenaamde ‘aanschouwings-onderwijs’. Pas met de komst van audiovisuele leermiddelen en schooltelevisie, in de jaren vijftig, viel het doek voor de schoolplaten. De platen verdwenen naar kelders, zolders, naar verzamelaars en musea. Zo beheert het Nationaal Onderwijsmuseum te Dordrecht een collectie van ruim elfduizend schoolplaten. Bekende ontwerpers waren Marinus Adrianus Koekkoek (1873-1944) en Johan Herman Isings (1884-1977). De platen verschenen meest in series, met bijbehorende namen als: In en om ons huis, Landbouw en veeteelt, In de dierenwereld, Het volle leven, etc. De platen werden gemaakt naar voorbeeld van tekeningen, schilderijen of aquarellen en daarna op linnen of karton geplakt. Dijkstra’s Uitgeverij te Zeist gaf in 1958 de serie A.B.C.-eilanden uit. Twee platen met voorstellingen op Aruba, één over Bonaire en drie met Curaçaose afbeeldingen, waaronder deze van de Koningin Emmabrug.

De kunstenaar

Maker van de oorspronkelijke aquarellen van de A.B.C.-serie was Ludovicus Joannes-Baptist Maria Witters (1918-2005). Op 8 september 1935 betrad deze het noviciaat van de congregatie van de Fraters van Tilburg (C.M.M.) en ging daar ook naar de kweekschool. Hij behaalde de hulpakte op 16 juni 1938 en verder de aktes Frans l.o., Godsdienst B, Engels l.o., Tekenen, Spaans l.o. en handenarbeid. Als frater Cyriel vertrok hij op 2 maart 1946 naar Willemstad op Curaçao en woonde er de jaren daarna in de fraterhuizen Kralendijk, Otrabanda en Soto. Hij gaf er les op diverse lagere scholen, een Uloschool en een Technische School. Als beeldend kunstenaar was frater Cyriel actief als aquarellist, keramist en tekenaar. In 1973 keerde hij terug naar Nederland en woonde en werkte daarna in Oss, Tilburg en Goirle. Hij overleed in het Fraterhuis J. Zwijsen in Tilburg op 6 januari 2005 en werd begraven op de begraafplaats van de fraters op het landgoed Steenwijk te Vught.

juni 04 04

Met dank aan

Jeffrey Bosch (Bubb Kuyper Veilingen);
Jacques Dane (Nationaal Onderwijsmuseum);
Frans Brugman (Erfgoedvereniging Heemschut en ex-directeur
Stadsherstel Willemstad Curaçao);
Tom Mensink (Verzamelinginbeeld)

Literatuur

Joh. Hartog, Curaçao van kolonie tot autonomie, II (na 1816), Aruba 1961.

Download hier het artikel in pdf-formaat logo pdf