Uit de geschiedenis blijkt duidelijk dat het tegenwoordige Nassauplein altijd een belangrijke rol gespeeld heeft in de verkeersafwikkeling van Amsterdam. Dat is niet zo uitzonderlijk, gezien de ligging voor een van de grote stadspoorten. Vele malen is de wegenstructuur op dit punt gewijzigd en ook deze reconstructie zal wel niet de laatste zijn. Dat laat natuurlijk onverlet dat de aanpassing van de nieuwe wegen en bruggen op dit plein aan de wegen en bebouwing in de directe omgeving veel aandacht moet worden besteed. Vandaar dat de gemeente in een vroeg stadium een (bruggen) architect heeft aangetrokken om de ontwikkeling van het ontwerp op dit aspect te begeleiden. Deze architect is onder meer bekend door zijn spraakmakende ontwerp van de Zeilbrug in Amsterdam.
De vroegere basculebrug over de Haarlemmertrekvaart is door de vermindering van het scheepvaartverkeer op deze vaart in onbruik geraakt, maar ondanks het feit dat de behoefte bestond aan meer ruimte voor het wegverkeer, niet vervangen door een bredere brug. De verbredingen werden aan beide zijden in hout uitgevoerd en hadden een zeer tijdelijke uitstraling. Het voetgangers- en fietsverkeer werd over deze houten vaste bruggen geleid, terwijl het autoverkeer van het oorspronkelijke brugdek gebruik bleef maken. Helaas zijn door deze verbredingen veel van de oorspronkelijke granieten elementen verloren gegaan.
Door het vrij vlakke brugdek en de grote breedte daarvan is de brug nauwelijks als brug herkenbaar. De wens van onder meer het stadsdeel Westerpark om de brug in historische stijl te herbouwen om zo weer vormaan-sluiting te vinden bij de beweegbare brug (nr 151) over de Singelgracht, heeft de mogelijkheid geschapen om dit nadeel weer te niet te doen. Er is getracht zoveel mogelijk granieten zetstenen te hergebruiken en de ontbrekende onderdelen aan de hand van de oorspron-kelijke bouwtekeningen te reconstrueren. Van een echte reconstructie kan door de veel bredere opzet van de nieuwe brug uiteraard geen sprake zijn.
In het ontwerp is gezocht naar maximale onderlinge samenhang tussen de onderdelen van de brug, het toegangshek tot het Westerpark en de aansluitende kademuren met de daarop staande hekwerken. Tevens is een kwalitatief goede steen gekozen, die optimaal aan-sluit op het bestaande metselwerk, dat voor een groot deel is gereinigd, evenals de nog aanwezige granieten onderdelen.
De vier masten, die oorspronkelijk dienden voor de bovenleidingen van de tram, zijn opnieuw in de werkplaats van de dIVV vervaardigd en hervonden hun plaats in de uitstulpingen van het kademetselwerk. Ze dienen nu uitsluitend als masten voor nieuwe bijpassende lichtarmaturen.
Beide oorspronkelijke leuningen van de basculebrug zijn elders in Amsterdam bewaard gebleven als kadehekwerk. Deze zijn daar weer verwijderd en hersteld. Zij zijn voorzien van aangepaste voetplaten, omdat de nieuwe vaste brugrand in graniet is uitgevoerd en de oorspronkelijke leuning op het stalen val was gemonteerd.
De vrijgekomen basculekelder is geschikt gemaakt als verblijfplaats voor vleermuizen met in en uitvliegope-ningen in de onderdoorvaart. Het inspectieluik is moeilijk toegankelijk gemaakt en uitsluitend bedoeld voor incidentele controles.
In het metselwerk van de oostelijke borstwering op het noordelijke landhoofd is de herdenkingsplaquette herplaatst. Hier werd op 23 juni 1999 Marc Breunis op dertigjarige leeftijd vermoord. Doordat het trottoir hier breder is uitgevoerd dan in de oorspronkelijke situatie, is een ruimere herdenkingsplaats ontstaan.
Bij de westelijke borstwering op het noordelijke landhoofd trad een extra complicatie op. Hier moest uitdrukkelijk een waardevolle boom, een Spaanse Aak, behouden blijven, waardoor het landhoofd over het wortelstelsel moest worden uitgekraagd. De boom heeft alle voorzieningen gelukkig overleefd.
De diverse computertekeningen geven de nieuw te maken situatie duidelijk weer. De kadehekken sluiten goed aan op de hergebruikte brugleuningen en het toegangshek tot het Westerpark. De brug is nu weer goed als brug herkenbaar.
H. Meijer