In de reeks Bruggen in de Kunst dit keer een onderdeel van de Berlijnse Oberbaumbrücke, gelithografeerd door de Alkmaarse kunstenares Marja Vleugel.
Michel Bakker
DE BRUG
Over de Spree in Berlijn ligt sinds jaar en dag de Oberbaumbrücke. Een iconische brug met een groot verleden. De eerste brug met die naam lag iets zuidelijker en maakte nog deel uit van de oude stadsmuur. Er werd destijds tol geheven bij een smalle doorgang in het midden. Deze doorgang was ’s nachts afgesloten met een bespijkerde boom (Baum), vandaar de naam. Er was overigens ook een stroomafwaarts gelegen Unterbaumbrücke.
Bij de staduitbreiding van 1732 verplaatste men de ‘Oberbaum’ naar de huidige locatie. Toenemend verkeer en plannen voor een eerste metrolijn (door Siemens & Halske) deed het stadbestuur besluiten de architect en stadsbouwmeester Otto Stahn (1859-1930) een nieuwe brug te laten ontwerpen. Het werd een bakstenen brug (bouwperiode 1894-1896) met neogotische stijlkenmerken en twee 34 m hoge torens in het midden: een mooie herinnering aan de oude functie van waterpoort. De metro zou gaan rijden op het hogere deel aan de ZO-zijde. Daaronder plande men een voetgangerspromenade onder kruisgewelven. De openingsrit van de Berlijnse metro vond trouwens plaats op 18 februari 1902.
Bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog brachten zware schade toe aan de brug en in 1945 werd het middengedeelte door de Wehrmacht ook nog opgeblazen in een wanhopige poging de Sovjetopmars te hinderen. Na de oorlog lag de provisorisch herstelde brug op de grens van het Amerikaanse- en Sovjet-deel, de stad was toen immers in vier sectoren verdeeld. Met de totstandkoming van de ‘Berlijnse muur’ werd de brug op 13 augustus 1961 voor normaal verkeer gesloten. Er resteerde slechts een streng gecontroleerde voetgangersovergang voor West-Berlijners. Na de Wende (val van de ‘muur’ en Duitse hereniging) in 1989 startte een uitgebreide renovatie. De Spaanse
architect, constructeur en kunstenaar Santiago Calatrava (1951) maakte een ontwerp voor een nieuw stalen metrodeel tussen de beide torens. De feestelijke opening geschiedde voor voetgangers en wegverkeer in 1994, een jaar later voor de metro. De stadsdistricten Kreuzberg (voormalig West- Berlijn) en Friedrichshain (voormalig Oost- Berlijn) stonden wederom in volledige verbinding. Sinds 1998 herdenken de bewoners de verdeeldheid tijdens de Koude Oorlog met een ‘Wasserschlacht’, een ludiek gevecht op de brug met tomaten, meel en veel water.
DE KUNSTENARES
Marja Vleugel volgde de opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht: autonome vormgeving – grafiek, met als specialisatie lithografie en de etstechniek. Naast haar werk als beheerder in het Grafisch Atelier Alkmaar, maakt zij zelf grafiek:
steendrukken (litho’s), etsen, linoleumsnedes en meer. Zij hanteert en combineert al doende verschillende grafische technieken. “De keuze voor een techniek is zowel bepalend voor het formaat als het onderwerp. De lithosteen is groot en uitnodigend, de kleine etsplaten kies ik meer voor intieme afbeeldingen.” Bij de linoleumsnedes werkt zij bij voorkeur in zwart/wit en niet met grijstonen, waarbij zij zich laat dwingen een duidelijke keuze te maken door simpelweg te gutsen of te laten staan. Sommige thema’s als een verlaten landschap, een lijnenspel, de beweging en het licht in de architectuur, komen door de jaren heen in haar werk terug. Altijd gaat het haar meer om de sfeer van het thema dan om het thema zelf. Marja Vleugel heeft een zekere voorliefde voor bruggen. In de Verenigde Staten heeft zij verschillende bruggen gefotografeerd en later tot litho’s uitgewerkt. Ook de Vrijheidsbrug over de Donau te Boedapest (1896) en de Gazelabrug te Belgrado (1966-1970) heeft zij in litho gevangen, evenals de Erasmusbrug te Rotterdam en de oude brug over de Maas te Maastricht. Marja Vleugel over haar fascinatie voor bruggen: “Aanvankelijk word ik getrokken door het water: de kustlijn, een meer, rivier, sloot, waterval of kanaal. Daar kom je ook bruggen tegen, functionele bouwsels die water overbruggen en oevers verbinden. Buiten het feit dat het vaak prachtige objecten zijn - heel divers, zowel historisch als modern - vind ik vooral het visuele aspect boeiend. Het licht van het water dat reflecteert op de brug, de constructies, algengroei en perspectief, de beschutting voor mens en dier aan de onderkant; er valt veel schoonheid te ontdekken. Dit alles is voor iedere brug onder diverse omstandigheden altijd anders en voor mij telkens een reden om de bruggen die ik tegenkom van meerdere kanten te bekijken en dit vast te leggen op de foto. Omdat ik mezelf meer een graficus vind dan fotograaf, gebruik ik deze foto’s dan vooral als thema in mijn prenten.”
DE LITHO
Het metroviaduct van de Oberbaumbrücke bestaat, op het middelste veld na, uit preflexliggers en vakwerken, opgelegd op portalen. De litho toont nu juist de onderkant van dat middelste veld, over het gedeelte waar het scheepvaartverkeer mag passeren. “Hier zijn twee stalen ‘vakwerken’ te zien, die zich in twee schuine vlakken onder de dekconstructie bevinden. De vakwerken hebben één gemeenschappelijke onderrand in het midden onder het rijdek, waardoor een soort ruggengraatconstructie ontstaat. Deze gemeenschappelijk onderrand bevindt zich ter plaatse van de grootste belasting en de randen aan de zijkanten vormen tezamen met de dwarsdragers (‘verticalen’) en diagonalen de ‘vakwerken’. De diagonalen lijken bestemd voor het opnemen van remkrachten.” Met dank aan Fred van Geest, Olga van der Klooster, Olga Minkema, Frans Remery.
BRONNEN
R. Haubrich, Berlin. Der Architekturführer, Salenstein 2010.
D. Schendel, Architectural Guide. Berlin, Berlijn 2016.
Berlijn-blog.nl en diverse websites, waaronder https://mvleugel.exto.nl en https://www.youtube.com/watch?v=6c0tVX539Tg