Remproef Suurhoffbrug
De Suurhoffbrug is een gecombineerde weg- en treinbrug over het Hartelkanaal en verbindt de Maasvlakte met de Europoort; het is onderdeel van de Havenspoorlijn. De brug ging in 1972 open en won in 1974 de Nationale Staalprijs en in 1975 de Europese Staalprijs.
Rijkswaterstaat laat momenteel de naastgelegen verkeersbrug renoveren. Deze rust op dezelfde fundering als de spoorbrug. Er is bovendien een nieuwe verkeersbrug naast gebouwd (Zie BRUGGEN 2020-1), waarvan de
fundering inmiddels af is. Arcadis onderwierp onlangs de Suurhoffbrug aan een spectaculaire test: een zware trein maakte er een paar keer een noodstop op. Dat leverde interessante meetgegevens op over de restlevensduur. Andere bruggen profiteren mogelijk ook van deze unieke proef. Het treinstel dat op een zaterdagochtend in alle vroegte in volle vaart op de Suurhoffbrug afdenderde, bestond uit twaalf geschakelde locomotieven. Met een totale massa van 1095 ton woog het treinstel grofweg evenveel als een kudde van tweeduizend koeien. Wat gebeurt er als dat treinstel in één keer op een tweehonderd meter lange brug stopt? Op het eerste gezicht niet zo gek veel. “Maar dankzij speciale videotechniek – een motion amplification- camera – konden we haarscherp zien hoeveel de brugconstructie meegaf: ongeveer 10 tot 20 millimeter”, vertelt onderzoeker Joost Kuckartz van Arcadis. “Op die manier ontstaat een goed beeld van het dynamische gedrag van de brug.” Angst voor instorting was er niet, want vooraf hadden onderzoekers de brug tot in detail gemodelleerd. Ze zetten daarvoor de twee pylonen van de brug in een 3D-simulatiemodel en lieten dat de krachten berekenen die zouden optreden bij de remtest. Daaruit bleek dat hij de test makkelijk aan zou moeten kunnen. Calculaties wezen bovendien uit dat de brug nog makkelijk een halve eeuw mee kan.
HELLINGSENSOREN1
De remtesten moeten vooral aantonen dat de rekenkundige analyse klopt. Arcadis hing de brug daartoe vol met sensoren, nadat er vorig jaar september al 26 hellingsensoren op de twee pylonen waren aangebracht. Deze brengen
de hoekverdraaiing in beeld. Ook de komende maanden nog geven ze iedere dag informatie door over de deformaties door de seizoenen heen. Voor de remproef werden ze even bijgesteld: tijdens de noodstops gaven ze een paar keer per seconde een meting door. Arcadis liet daarnaast een speciale sensor uit Australië komen voor de registratie van de acceleratie. Kuckartz kende die nog van het promotieonderzoek dat hij daar uitvoerde naar de monitoring van bouwkundige objecten. De acceleratiesensor is nog nauwkeuriger dan de aardbevingssensoren die het KNMI gebruikt. De sensor heeft de omvang van een twee liter-melkpak en kan tot elf uur op batterij opereren. Dat is makkelijk, want je kunt hem gewoon tegen de brugconstructie bevestigen zonder dat er bedrading nodig is.
GOEDE GEWICHTSVERDELING
Het was eigenlijk de bedoeling om de proef uit te voeren met een goederentrein, maar goederenvervoerders waren minder geïnteresseerd om hun wagons beschikbaar te stellen, uit angst voor schade. Niet zo gek, want zo vaak maakt een trein geen noodstop. Op de Suurhoffbrug deed de trein dat liefst zes keer achter elkaar. Volgens Kuckartz een unicum. “Voor zover ik heb kunnen nagaan is wereldwijd nog nooit een vergelijkbare test uitgevoerd.” De proef werd uiteindelijk met een 199 meter lange rij locomotieven van Stichting Hollands Spoor uitgevoerd. Dat zorgde voor een goede massaverdeling. De noodstop op de brug gebeurde bij een snelheid van 80 kilometer per uur. Dat is de gebruikelijke snelheid op dit gedeelte van de Havenspoorlijn. Data uit de proef kunnen helpen met het aanscherpen van de mathematische modellen. In Nederland zijn veel bruggen gebouwd in de jaren zestig en zeventig. Op basis van bouwtekeningen en beschikbare gegevens is een aardige schatting te maken van de restlevensduur van de brugconstructie en de fundering. Als we de aannames mogen geloven zit het wel goed. Zestig jaar geleden bestonden er geen softwarepakketten voor zeer gedetailleerde berekeningen. Daarom werden veel constructies overgedimensioneerd. Ze kunnen daarom volgens bijna alle wetenschappelijke onderzoeken langer mee dan
wat er op papier aan levensduur voor staat. ProRail, de opdrachtgever voor de proef, wil het alleen wel zeker weten. Dat het kan tegenvallen bleek in 2016 bij de Merwedebrug, die in allerijl afgesloten werd voor vrachtwagenverkeer wegens haarscheurtjes in de draagbalken. Belangrijk verschil is dat de Merwedebrug een verkeersbrug is. Wegvrachtverkeer is in de afgelopen decennia veel intensiever en zwaarder geworden.
VERVANGINGSOPGAVE
Is het mogelijk om de meetresultaten van de Suurhoffbrug te extrapoleren naar hoe het met duizenden andere spoorbruggen gesteld is? “Nee, dit is niet direct te kopiëren”, zegt Kuckartz. “Iedere brug is uniek, met zijn eigen
betonsterkte, wapening en vormgeving.” Moet je dan alle oudere bruggen aan remproeven onderwerpen? Dat ook niet, want de proef geeft wel meer inzicht in bruggen met vergelijkbare constructies. Maar volgens Arcadis kan meer testen verstandig zijn. Nederland staat voor een grote vervangingsopgave en je kunt niet alle bruggen tegelijk aanpakken. Kuckartz: “We hebben hier laten zien dat je het gedrag nauwkeurig in kaart kunt brengen.”
De analyse van de verzamelde data – naar schatting 500 MB – zou Arcadis voor de bouwvak afronden. De data worden daarnaast verwerkt in een digital twin2.
Bron: Cobouw, 30-6-2020
1 Een hellingssensor of tiltsensor is een instrument waarmee je hoeken of hellingen meet
2 Een Digital Twin is een digitaal vormgegeven, fysiek object (hier een brug) of systeem
Bezwijken hydraulische cilinder ophaalbrug Lijndraaiersbrug, Maassluis
|
Peter van der BurgONGEVAL ONDERZOEK VOORLOPIGE CONCLUSIE 1 LOSSCHIETEN LIJMVERBINDING 2 ONVOLDOENDE BORGING SCHADE
GROOT ONDERHOUD
PLANNING HERSTEL WEGVERKEER VAARVERKEER BRONVERMELDING
|
Havenbrug Ooijen te Wanssum: nieuw lengterecord prefabliggers
Dat het altijd weer langer kan, blijkt bij de bouw van een brug in de nieuwe rondweg bij het Noord-Limburgse Wanssum. Hier zijn 69 meter lange kokerliggers toegepast.
De ‘gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum’ is een grootschalige oplossing voor de hoogwaterproblematiek langs de Maas in Noord-Limburg. De uitvoering is in handen van Mooder Maas, een aannemerscombinatie van Dura Vermeer en Ploegam. Onderdeel van de gebiedsontwikkeling is het verhogen van de leefbaarheid in Wanssum. Dat gebeurt onder meer door de aanleg van een noordelijke Provinciale rondweg, inclusief een brug over de haven van Wanssum. De huidige provinciale weg N270 loopt namelijk dwars door het centrum van Wanssum. Het is een bron van overlast en zorgt voor onveilige situaties. Bovendien staat het een verdere ontwikkeling van het centrumgebied in de weg. Met de aanleg van een noordelijke rondweg wordt het doorgaande verkeer om de kern van Wanssum geleid en ontstaan kansen voor de ontwikkeling van het centrum en de jachthaven. Bovendien wordt het industrieterrein ook aan de oost- en westzijde van de haven ontsloten. Lokaal vrachtverkeer hoeft daardoor niet meer door de dorpskern.
HAVENBRUG OOIJEN TE WANSSUM
De rondweg wordt ongeveer 3 kilometer lang en loopt met een ruime bocht om de kern van Wanssum en kruist de haven met een nieuw aan te leggen brug. De onderkant van de nieuwe brug ligt op circa 8 meter hoogte boven het maaiveld. Om een grote overspanning mogelijk te maken is de keuze gevallen op de toepassing van acht zeer lange HKP-kokerliggers. Op woensdag 1 april 2020 is de eerste ligger ontkist. De ligger is 69 meter lang en heeft
een massa van 259 ton. In totaal worden er acht van deze liggers gemaakt om zo onderdeel te vormen van de havenbrug in Wanssum. De liggers zijn via het water getransporteerd en zijn op 11 en 12 juni gemonteerd. Voor de montage zijn drijvende bokken ingezet, omdat er ter plaatse geen ruimte is voor mobiele kranen aan de wal. (zie fig. 3) Het brugdek van kokerliggers wordt in dwarsrichting voorgespannen, waardoor er geen druklaag nodig is. De grootste uitdaging zit natuurlijk in de enorme lengte van de liggers. Die is nodig om het water zonder tussensteunpunten te overbruggen en bovendien de uitkragingen bij de landhoofden te minimaliseren. Dit resulteert in een optimaal ontwerp en maximale doorvaartbreedte.
Opzet en resultaten Bruggendialoog
De Bouwagenda, Bruggenstichting, CROW, Platform WOW en De Bouwcampus bespeuren een behoefte aan een bruggendialoog. De uitdagende en omvangrijke opgave om de Nederlandse civiele kunstwerken te renoveren en vervangen, is iets waar we samen nog decennia mee bezig zullen zijn. Om dit als overheid en markt aan te kunnen, is het gesprek hierover van groot belang. Hiertoe zijn via ZOOM eens per maand tussen 8.00 en 9.00 uur drie ontbijtbijeenkomsten belegd waarin de discussie plaats vond.
Tijdens deze online Brugdialogen komen vraagstukken, ideeën, oplossingen en mislukkingen t.a.v. brugonderhoud en -renovatie aan bod die jou en jouw collega’s door heel Nederland helpen. Laten we er met zijn allen naar streven om zo veilig, efficiënt en duurzaam mogelijk te werken. Want die (gerenoveerde) kunstwerken moeten er komen! En vaak snel ook. Jouw kennis en ervaring is daarbij hard nodig om dit te realiseren. De online Brugdialogen vonden rond diverse thema’s plaats. Er zijn drie sessies geweest over o.a. ‘Gebundeld Aanbesteden’ en ‘Hergebruik van Bruggen’.
WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?
Veel bruggen, maar ook sluizen, viaducten, duikers, etc. zijn gebouwd in de jaren 50-60-70 van de vorige eeuw en naderen het einde van hun technische levensduur, waardoor assetbeheerders en -eigenaren geconfronteerd worden met een ingrijpende en kostbare uitdaging. Willen we deze opgave op tijd, veilig, efficiënt en duurzaam uitvoeren, dan is het van belang dat alle betrokken beheerders en marktpartijen met elkaar samenwerken en kennis uitwisselen.
OPZET BRUGDIALOGEN
Maandelijks zijn we online met elkaar in gesprek geweest, als vervolg op de live Bruggenontbijten in 2019. We zijn elke Brugdialoog gestart met een korte introductie tussen enkele ervaringsdeskundigen. Daarna volgde de dialoog, in kleinere groepen (4-5 mensen) en is er afgesloten met een ‘wrap-up’. Kort, bondig en to the point, zodat we er met z’n allen wijzer van worden. Belangrijke uitkomsten uit de bruggendialoog worden ingebracht bij de Top Meeting met bestuurders en directeuren van assetbeheerorganisaties die aan het eind van het jaar wordt georganiseerd. Lastige en complexe vraagstukken kunnen we inbrengen in de leeromgeving bij De Bouwcampus, maar ook laten inleiden door specialisten uit de sector en betrokken kennisinstellingen.
Met deze opzet is tijdens de brugdialogen geprobeerd
1 het wiel niet als persoon of organisaties opnieuw uit te vinden, maar samen te werken aan dezelfde opgaven;
2 ideeën, mislukkingen en successen open met elkaar te delen;
3 door het gesprek te voeren een oplossing te versnellen;
4 in dialoog samen de stukjes van de oplossingspuzzle aan te dragen en neer te leggen.
RESULTATEN
De verslagen zijn te vinden op https://circulairebouweconomie.nl/events/brugdialogen-2/.
Download hier het artikel in pdf-formaat
Slimme sensoren geven advies na aanrijding van een spoorbrug
ProRail voert een proef uit met sensoren die meten of er een aanrijding is geweest met een spoorbrug en hoe ernstig die was. De sensoren geven vervolgens een melding af of treinen veilig over de brug kunnen. Dit zorgt voor minder hinder voor reizigers. Nu gaat namelijk na een (vermoedelijke) aanrijding de brug standaard dicht en duurt het soms wel drie uur tot het spoor weer vrij gegeven wordt, omdat de inspecteur standaard ter plaatse moet gaan. ProRail doet de proef met de sensoren in Heerhugowaard, samen met TNO.
Spoorbruggen worden regelmatig aangereden door te hoge voertuigen of aangevaren door schepen. Bij gevoelige bruggen leggen we dan het treinverkeer stil vanwege de veiligheid en gaat een inspecteur kijken of er schade aan de brug of het spoor is. In de meeste gevallen is er niets ernstigs aan de hand en is het treinverkeer ‘voor niets’ stilgelegd, maar hebben reizigers en vervoerders er wel last van gehad.
AANRIJDINGEN DETECTEREN
Vaststellen of een brug is aangereden lijkt eenvoudig, maar is in de praktijk lastig. Niet altijd is duidelijk of trillingen worden veroorzaakt door treinen die over de brug rijden of door een (vracht)auto die tegen de brug rijdt. Weersomstandigheden en luchtverplaatsingen door vrachtwagens maken dat nog moeilijker. Sensoren moeten dit probleem oplossen.
DRIE TYPEN SENSOREN
In de zoektocht naar een oplossing voor dit probleem heeft ProRail drie typen sensoren op de brug in Heerhugowaard aangebracht. Het eerste type meet of een vrachtwagen tegen de balk die voor de brug hangt, is gereden. Het tweede type meet of de brug in zijn geheel verschuift of verdraait ten opzichte van de landhoofden. Het derde type meet met glasvezelsensoren of de staalconstructie van de brug is verbogen en of de spoorstaven op de brug ten opzichte van elkaar zijn verplaatst. De data van deze sensoren wordt naar het DataLab van ProRail gestuurd voor analyse. Hier komen ook de gegevens binnen over de treinen die op het moment van de aanrijding over de brug reden. In het DataLab worden algoritmes ontwikkeld die valse meldingen opsporen, de ernst van de aanrijding berekenen en op basis daarvan een advies uitbrengen.
VOORKOMEN BETER DAN GENEZEN
De brug in Heerhugowaard is gekozen omdat deze regelmatig wordt aangereden, ongeveer zeven keer per jaar. Daarnaast zijn er waarschijnlijk aanrijdingen die niet worden gemeld. In de eerste fase van de proef is het eerste type sensoren aangebracht in combinatie met een camerasysteem dat privacyproof de beelden van een (mogelijke) aanrijding vastlegt. We weten nu dat de brug één à twee keer per maand wordt aangereden. Op basis van deze eerste uitkomsten kijken we nu samen met de provincie of een waarschuwingssysteem kan worden geplaatst om aanrijdingen te voorkomen.
Vervanging van Brienenoordbrug
Bruggenstichting Young
Willem Cijsouw
Het project is momenteel in voorbereiding en de informatie in dit artikel geeft een beeld van huidige stand. Aanpak en uitvoering zijn nog niet definitief vastgesteld en kunnen dan ook nog wijzigen.
De kogel is door de kerk: de Van Brienenoordbrug zal worden vervangen. Lange tijd waren twee opties in beeld voor het vernieuwen van de brug: renoveren of vervangen. Nu is gekozen voor vervanging, wat onder meer betekent dat een enorme hijsoperatie zal worden opgezet. In dit artikel wordt ingegaan op de keuze voor vervanging en de activiteiten die de komende jaren zullen plaatsvinden.
De Van Brienenoordbrug kent een lange geschiedenis. Reeds in 1965 werd de brug geplaatst die nu de oostbrug is. Omdat de verkeersdrukte de decennia erop enorm toenam werd in 1990 een tweede brug – de westbrug met westelijke val – naast de bestaande gelegd, waarmee de brug 12 rijstroken breed werd. Bij de oplevering werd de westelijke brug geprezen om zijn economische ontwerp, omdat het brugdek veel lichter was dan het dek van de oudere oostbrug. Op dat moment kon niemand weten dat dit dunne dek in de toekomst juist problemen op zou leveren. In 1997 bleek bij een inspectie dat in het dek van de westelijke val scheuren zaten. Het bleek om vermoeiing te gaan, ten gevolge van toename van het verkeer, grotere aslasten en een gevoelig ontwerp. Vermoeiing treedt op wanneer staal aan cyclische belasting (afwisselend wel en niet belast) wordt blootgesteld. Cyclische belasting kan veel kleiner zijn dan de maximale statische belasting, om toch de constructie te laten bezwijken. Dit komt met name voor bij zeer slank gedimensioneerde constructies, zoals moderne stalen brugdekken. In de volgende jaren reden de honderdduizenden (vracht)auto’s die per dag de brug passeren (een goed voorbeeld van cyclische belasting) hun werk, waardoor het val al zeven jaar later scheuren vertoonde. In deze periode werden ook in andere stalen bruggen vermoeiingsscheuren in het orthotrope dek ontdekt. Hierop zette Rijkswaterstaat samen met partners TNO en TU Delft een groot onderzoeksprogramma op naar de staat van stalen brugdekken. Bij de Van Brienenoordbrug werd de basculebrug aan de westzijde vervangen. In het val van de westbrug zorgt de dikkere afaltlaag voor een betere spreiding van de belasting in vergelijking met die van de oostbrug, waardoor de
vermoeiingsschade hier beperkt bleef. Kosten, onderhoud en de steeds grotere verkeersdrukte zijn echter reden om sinds 2017 verschillende opties voor vernieuwing van de hele brug te onderzoeken.
RENOVATIE
Aanvankelijk werd ingezet op renovatie, door over het brugdek een laag hogesterktebeton aan te brengen. Deze zou de cyclische verkeersbelasting beter spreiden, waardoor het brugdek voor vermoeiing ontlast zou worden. Met het repareren van bestaande vermoeiingsschade en versterken van het dek zou de brug weer 30 jaar meekunnen. Het grootste nadeel van renovatie was van meet af aan echter het moeten werken ‘in het verkeer’, met bijbehorende hinder en veiligheidsrisico’s Gedurende het gehele renovatieproject zouden immers minder rijstroken op de A16 beschikbaar zijn. Met 230.000 voertuigen die per dag de brug passeren, heeft elke hinder economische gevolgen. Verkeershinder moet dan ook zoveel mogelijk beperkt worden. Bij het uitwerken van het plaatsen van een HSBlaag bleek echter dat het extra gewicht een forse versteviging van de hele brug nodig zou maken. Het moeten aanbrengen van dit extra staal zou het werk vele weken verlengen. In een vroege fase is bepaald welke onderdelen tot DO-niveau constructief ontworpen zouden worden en aan welke onderdelen wel eisen zouden worden gesteld, maar waarvan de invulling aan de aannemer overgelaten zullen worden. Het aanbrengen van nieuwe conservering is ingewikkeld door de zeer strenge condities die nodig zijn. De brug moet worden ingepakt in tenten, die bij storm kapot kunnen waaien, zeker op 40 m hoogte bovenin de boog. Het conserveren zou door de aangetroffen zware metalen veel meer tijd gaan kosten. Hierdoor werd duidelijk dat er maar liefst 70 weken (flinke) verkeershinder zou zijn bij renovatie van de westbrug. Dit is niet alleen een lange periode voor het verkeer, maar ook een nadeel voor de veiligheid op de bouwplaats. Bouwvakkers zouden immers bijna anderhalf jaar lang pal naast snel rijdend verkeer moeten werken.
VERVANGING
Rond 2018 kwamen de eerste plannen naar voren voor het compleet vervangen van de westbrug, met hergebruik van de brug. Hierbij zou een nieuwe boogbrug worden gemaakt, die op de plaats van de westbrug zou komen. Vervolgens zou de oude westbrug worden opgeknapt en een jaar later op de plaats van de oude oostbrug komen. De oostbrug is namelijk een stuk ouder en dient ook in de komende jaren gerenoveerd te worden. De oostbrug blijft dan over om op een andere locatie te worden hergebruikt. Ook de vallen aan de oostzijde zouden rond dezelfde periode vervangen moeten worden. Naarmate deze variant in 2019 steeds verder uitgewerkt werd, en ook externe toetsen hiervan positief bleken, werd deze optie steeds reëler. Het grote voordeel van vervanging ten opzichte van renovatie is dat bij de eerste optie de snelweg slechts enkele weken afgesloten hoeft te worden, tijdens
het uitwisselen van de bruggen. Toen bekend was geworden hoe groot de verkeershinder bij renovatie zou zijn, werd dan ook definitief de keus voor vervanging genomen. Tevens werd het besluit genomen om het project
integraal aan te pakken, waarbij de vervanging van de twee bruggen en de oostelijke vallen in een project werden ondergebracht. In de praktijk was dit echter niet zo eenvoudig als het lijkt, want ook vervanging heeft enkele
grote consequenties. Zo zal het scheepsvaartverkeer gestremd zijn tijdens het uitwisselen van een boog. Ook zullen de betonnen pijlers onder de bogen aangepast moeten worden. Maar natuurlijk zal vooral het verwijderen en plaatsen van de boogbruggen een enorme operatie zijn, die van nature risico’s met zich meebrengt. Er gaat dan ook veel tijd zitten in het goed borgen van veiligheid tijdens het verwijderen en plaatsen van de nieuwe boogbruggen. Het idee is om de boogbruggen middels bokken op een drijvend ponton te plaatsen en zo te transporteren. Op deze locatie is het uit- en inhijsen van de brugdelen namelijk niet mogelijk, omdat kraanschepen die groot genoeg zijn om de boogbruggen te hijsen niet bij de locatie kunnen komen. De waterweg is niet breed en diep genoeg voor deze schepen, waardoor plaatsen op een ponton de meest praktische keuze lijkt Voor het plaatsen zullen de bogen tijdelijk versterkt worden ter plaatse van de ondersteuning door de bokken. Deze hulpconstructies zullen de grote lokale krachten verspreiden over de rest van de boog.
ONTWERP
In een vroege fase is bepaald welke onderdelen tot DO-niveau constructief ontworpen zouden worden en van welke wel eisen werden opgesteld, maar waarvan de invulling aan de aannemer vrijgelaten zullen worden. Op die manier wordt getracht risico’s bij de uitwerking van het ontwerp na de aanbesteding te minimaliseren, maar ook genoeg vrijheid aan marktpartijen te geven voor eigen invulling. Het Definitief Ontwerp van de boogbruggen en het val wordt reeds uitgewerkt door Rijkswaterstaat. Iets anders wat het ontwerpen bemoeilijkt, is de grootte van de brug. De Van Brienenoordbrug is de grootste stalen boogbrug van Nederland en de afmetingen vallen buiten het toepassingsgebied van de Eurocode. Dat betekent dat op een aantal gebieden de vereenvoudigde regels niet van toepassing zijn maar dat maatwerk nodig is. In deze gevallen wordt door onderzoek bepaald of de constructie voldoet. Een voorbeeld hiervan is windbelasting op de brug. Om de juiste belastingsfactoren te bepalen, is een schaalmodel getest in de windtunnel van de TU van Milaan. In samenwerking hebben de ontwerpers van de MC en TNO is op basis van de resultaten de juiste windbelasting bepaald. Sommige onderdelen van de brug zijn dus al in een vroeg stadium ver uitgewerkt. Toen de opdracht tot vernieuwing van de Van Brienenoordbrug werd gegeven, is de opgave kritisch geanalyseerd door het ontwerpteam. Hierbij werd gekeken naar de boogconstructie, het dek, de hangers, de liggers, maar ook de relatie tussen de constructie en de Eurocode. Vervolgens is bepaald dat het Definitief Ontwerp al voor de aanbesteding ver uitgewerkt zou worden.
AANBESTEDING
De voorbereidingen van de aanbesteding zijn gestart met een marktinformatie en later dit jaar volgt een marktconsultatie. Op basis van de informatie die het komende jaar wordt verzameld, worden de uitgangspunten en wijze van aanbesteden en uitvoering bepaald. Voor het Definitief Ontwerp is een ontwerpteam opgezet, bestaande uit Rijkswaterstaat, RoyalHaskoningDHV en Arup. Hierin werken RHDHV en Arup aan het ontwerp van de brug, dat vervolgens door Rijkswaterstaat getoetst en vrijgegeven wordt. TNO ondersteunt het team met extra advies en het rekenen aan specialistische onderdelen van de brug. Ondanks de verschillende rollen werken alle partijen op
basis van gelijkheid en eigen inbreng en initiatief.
UITVOERING
Ook wanneer de boogbruggen kant-en-klaar worden geplaatst, zal de verkeershinder in een korte periode aanzienlijk zijn. Hoe wordt straks geprobeerd opstoppingen op de snelweg en op het water te voorkomen? Op de weg blijft telkens één brug open open, wat 2x3 wegstroken geeft. Met verkeersmodellen is berekend dat een verkeersreductie van 15% nodig is om het verkeer te kunnen laten doorstromen als in een normale spits. Uiteraard zal het verkeer over de A16 (deels) omgeleid worden. Ook zal er worden getracht mensen op andere manieren te laten reizen: op de fiets, of met het OV, zoals de Rotterdamse watertaxi. Op het water zullen schepen niet over de Nieuwe Maas kunnen. Zij zullen via Dordrecht moeten omvaren over de Oude Maas. Het is de bedoeling dat het project in 2023 gegund wordt, waarna in de zomers van 2025-2027 de uitwisseling van de bruggen dient plaats te vinden. Dit lijkt nog ver weg, maar gezien de complexiteit van de werkzaamheden is een strakke planning nodig om dit te halen, des te meer vanwege het grote aantal stakeholders (Rijkswaterstaat, gemeenten, provincie en het
Havenbedrijf bijvoorbeeld). Het vervangen van de boogbruggen zal een hijsoperatie van ongekende omvang worden en dus spectaculair om te zien. Tot het zover is, zal er door vele handen nog veel werk verzet moeten worden. Wordt vervolgd!
Innovatieve oplossing voor herstel aangetaste stadsbruggen
|
Leo van Dijk en Erik Huijzer | Gebr De Koning
|
Duurzame stadsbruggen in Amersfoort
|
Vervanging zes houten fiets+voetbruggenPieter Spits
|
Stönner-Meijwaardbrug geopend
|
Nieuwe fiets+voetbrug over het WilhelminakanaalAdriaan Geuze | West 8 urban design & landscape architecture b.v.De brug over het Wilhelminakanaal bij Oirschot is de laatste schakel in de ontwikkeling van De Groene Corridor, een 13 km lange recreatieve verbinding tussen Eindhoven en de historische markt van Oirschot. De monumentaliteit van de brug refereert aan het oude, historische karakter van het Oirschotse centrum. Tegelijk presenteert de brug zich als een nieuw, herkenbaar icoon in de regio. Deze nieuwe fiets+voetbrug vormt ook een INNOVATIEVE HOUTEN VAKWERKBRUG OXIDERODE STALEN AANBRUGGEN LANDSCHAPPELIJKE ENTREE PROJECTSPECIFICATIE
|
Poort van Parkstad
|
Gekromde fietsbrug over de N274 nabij Schinveld in de gemeente Beekdaelen (voorheen onderbanken)Ir. Rob Arts RC | Adams Civiel Advies
|
Poort van Parkstad, fietsbrug N274 – Beekdaelen (2020) |
|
opdrachtgever |
Provincie Limburg |
architect |
ipv Delft |
constructeur definitief ontwerp constructeur uitvoeringsontwerp |
Adams Civiel Advies & Jeroen Koot Constructie Advies Palte B.V. |
ontwerp stalen kunstobjecten en brug |
Marijke de Goeij |
aannemer |
BAM Infra Regionaal |
leverancier voorspanning |
Dywidag Systems International |
voegovergangen en opleggingen |
Freyssinet |
KUNSTOBJECTEN
Bij de uitwerking van het brugontwerp vroeg ook de aansluiting van het centrale kunstobject met stalen kubussen om aandacht. Dit object vormt één geheel met twee kleinere kunstobjecten aan weerszijden van de brug. Elk object is opgebouwd uit een stapeling van kubusribben uit stalen buisprofielen. Tezamen visualiseren ze de poortfunctie van de brug. Het grootste kunstobject is daadwerkelijk geïntegreerd in de brugconstructie: de bevestiging bevindt zich uit het zicht. Het kunstwerk is met stalen oplegschoenen en Demu-ankers bevestigd aan het betonnen brugdek. Toegepast zijn twee rijen ankers van vier stuks DEMU 3010 M30x155 A4-80. De oplegschoenen zijn in een inkassing geplaatst, zodat het rvs spijlenhekwerk van de brug vloeiend doorloopt (zie fig. 10 en 12). Bovendien zorgt de plaatsing van de verbinding in een inkassing voor een groter contactoppervlak, waardoor er meer
ruimte is voor de benodigde ankers. Het hekwerk is hier overigens aangebracht op een overbruggingsconstructie in rvs bestaande uit een geïntegreerde koker. Vanwege de hoogte van het kunstobject, zijn de ankers mede getoetst op vermoeiing door windbelasting op de kubusstapeling.
De Ketelbrug
|
Geri van IttersumDit jaar is het 50 jaar geleden dat de Ketelbrug werd opengesteld. Hiermee ontstond een kortere wegverbinding tussen de Randstad en de noordelijke provincies. Hoeveel korter of sneller: daar verschilden de meningen over. Dat lag niet aan de brug, maar aan de A6, die op dat moment nog lang niet af was. De Ketelbrug is echter ook regelmatig negatief in het nieuws geweest. Verscheidene incidenten haalden de landelijke pers. Daarbij kwam ook nog dat al voor de 50-ste verjaardag de brug aan het einde van zijn levensduur was en er ingegrepen moest worden. Dat betrof het beweegbare deel; dat is vernieuwd, maar –zoals dat gaat met bruggen– of hij nu open staat of gesloten is: er zijn altijd mensen boos! EEN STIPPELLIJN DOOR DE POLDERS 7000 KIPPEN BIJ DE OPENING ALTIJD WAT MET DIE BRUG! DE BRUG WAS VERMOEID langdurige brugsluitingen in 2018 en 2019. De boosdoener bleek toen de frequentieregelaar, die dan ook vervangen is. WAAROM MOET DIE BRUG EIGENLIJK OPEN? OVERVLIEGENDE PASSANTEN KRIJGT DE BRUG EEN BUURMAN? BRONNEN |