|
Beweegbare brug, waarvan het bewegende deel (het val) verticaal tussen torens omhoog en omlaag bewogen kan worden. Hefbruggen zijn beweegbare bruggen waarbij grote doorvaartbreedten mogelijk zijn. De doorvaarthoogte wordt echter beperkt door de hefhoogte van het val. Het gewicht van het val wordt nagenoeg gecompenseerd door contragewichten die via omloopschijven boven in de heftorens met kabels aan de vier hoekpunten van het val zijn bevestigd. De krachten, nodig voor het bewegen van het val, blijven daardoor beperkt. Door te zorgen voor enig overgewicht van het val t.o.v. de ballast, ligt het val in gesloten positie stabiel en kan het door het weg- of spoorverkeer worden bereden. Ook zijn er zo nodig nog extra grendels aanwezig. Het val kan worden bewogen door met een lier bovenin de torens aan het val te trekken of door de contragewichten omlaag te trekken met lieren onderaan de heftorens of door de contragewichtschijven aan te drijven. Bij alle typen aandrijvingen worden voorzieningen getroffen voor een goede gelijkloop van de hoekpunten, zodat het val tijdens bewegen horizontaal blijft. In veel gevallen zijn de bewegingswerken aan beide landhoofdzijden aan elkaar gekoppeld. De in maart 2013 geopende Pont Jacques-Chaban-Delmas in Bordeaux is met een maximale dekhoogte van 53 meter de hoogste hefbrug van Europa. De hoogste hefbrug van Nederland is de nieuwe Botlekbrug uit 2015, die in geopende stand een doorvaarthoogte heeft van 45,6 meter. In de Verenigde Staten zijn er hefbruggen die meer dan 60 meter boven het water gehesen kunnen worden.
|